33

rechter(hand). Dat laatste bewees Zijn gerechtigheid: een vlekkeloze wandel op aarde naast wat Hij gesproken had. De pinksterboodschap van Petrus, Hand.2:15 was gericht aan de mannen in Judea en allen die in Jeruzalem wonen. Hand.2:14 Passen we dit getuigenis op onszelf toe, dan halen wij het daar weg en verwarren de waarheid. Joël (2:28-32) komt naar voren, woorden die wijzen naar de tekenen en wonderen die de dag van Jahweh zouden inluiden. Wat in gedachten was, was het aardse koninkrijk. Dat klinkt duidelijk in de boodschap die gebracht werd. Het wijst naar het Davidisch verbond. Hand.2:30 Er bestaan onder meer drie onvoorwaardelijke verbonden, die alle drie nog niet vervuld zijn: 1. Davidisch verbond met een erfgenaam van hem op de troon – Jeremia 33:17-21 2. Abrahamitisch verbond inzake het land Kanaän – Genesis 17:8; 28:13 3. Adamitisch verbond ; het vervullen van (en het regeren over) al het leven op de aarde – Genesis 1:28 Deze drie worden vervuld in Christus. Hij is de Koning van Israël, Lotgenieter van het land en Hij is het, die over de werken van Gods hand gesteld is. Ps.8; Hebr.2:7-8 Maar hier draait het om Israël. Hand.2:30 39

34 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication