39

met werken. Paulus spreekt over rechtvaardiging door geloof alléén. Het gaat dan ook om verschillende groepen: Israël en de gemeente. De toon van de brief is hetzelfde als in de evangeliën. Rijke mensen worden aangesproken en sociale partijdigheid veroordeeld. Maar in de synagoge, Jak.2:2 niet in de gemeente. Jakobus spreekt van de redding van de ziel (1:21; 5:20); evenals Petrus (1 Petrus 1:19) en Hebreeën (10:39). Alle zielse genietingen echter, hoezeer ook aan de Jood beloofd, kunnen voor ons alleen maar in de weg staan en onze geestelijke visie hinderen of blokkeren. Er bestaat geen harmonie tussen de Jakobus-brief en Paulus’ brieven. Er is geen harmonie, en evenmin sprake van tegenstrijdigheid. Jakobus spreekt tot Israël in de afval in de Handelingenperiode én in de periode van grote afvalligheid in het begin van de dag van Jahweh. Door de brief heen hangt een zwaar dreigend, onbarmhartig gericht in de lucht. Jak.2:13 Wíj ontvangen niet alleen barmhartigheid, maar ook genade. • Barmhartigheid is welwillendheid, daar waar terecht harde strengheid verwacht wordt. • Genade is begunstiging waar geen enkele rechtvaardige basis is om ook maar iets te verwachten. In Jakobus lezen we wel iets waar het beeld van bruids- en huwelijksaangelegenheden naar voren komen. Hij noemt Israël daar “overspelers en overspeelsters”, in de zin van vriendschap met de 45

40 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication