9

Een vreugdevolle stoet Een bepaald avonduur werd vastgesteld. Dan ging de bruidegom naar ‘de zonen van de bruidskamer’, Matt.9:15 in het gezelschap van spelende en zingende musici, Gen.31:27; Jer.7:34; 16:9 en van anderen met lichtgevende lampen. Jer.25:10; Openb.18:23 De bruid wachtte gespannen, samen met de bruidsmeisjes. Als de bruidegom haar verblijfplaats bereikte, nam hij haar mee naar de woning die zij gingen betrekken. Op weg werd deze vreugdevolle stoet vergezeld door 10 maagden met brandende lampen. De mensen die dat zagen en hoorden kwamen hun huizen uit en keken met respect naar de optocht. Hoogl.3:11 Een feest van 7 dagen In het huis van de bruidegom werd een feestelijke maaltijd gehouden waarbij vrienden en buren uitgenodigd waren. Gen.29:22; Matt.22:1-12; Luc.14:8; Joh.2:2 Het feest duurde een week. Gen.29:27 Het binnengaan van het bruidsvertrek Pas wanneer de bruid in het voor haar bestemde huis was gekomen, was er directe communicatie tussen haar en de bruidegom. De vriend van de bruidegom kon nu met vreugde horen dat zij met elkaar spraken en kon huiswaarts gaan. Zijn werk als boodschapper tussen hen zat erop. De ceremonie van de bruiloft eindigde als de bruid het bruidsvertrek (Hebreeuws: cheder) binnenging. In dat bruidsvertrek was een bruidsbaldakijn (Hebreeuws: chuppah).Ps.19:5; Jes.4:5; Joël 2:16 12

10 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication