41

God groeperen en blijkbaar alle op-hemelse vorsten voorstellen, inclusief de lagere rangen zoals heerschappijen, soevereiniteiten en gevolmachtigden. Wij vermelden nog dat wij de troon van God en van het Lam op de nieuwe aarde terugvinden Op.22:1. Heerschappijen Het grondtekstwoord kuriotêtes (heerschappijen) Kol.1:16 hoort bij dezelfde woordfamilie als kurios (Heer), onze aanspreekvorm voor Christus Jezus of God Zelf. Het is niet zo eenvoudig om tussen tronen en heerschappijen te onderscheiden. Maar het is makkelijk in te zien, dat tussen de functie van de Messias als Koning over Israël aan de ene kant en als Heer over ‘het al’ aan de andere kant, een groot verschil bestaat. De koning regeert over onderdanen, een heer oefent zijn heerschappij uit over degenen, die hem gehoorzaamheid verschuldigd zijn; in Efeziërs worden laatstgenoemden als slaven betiteld Efe.6:5-8. Blijkbaar liggen de verhoudingen precies eender in de op-hemelse regionen. Het lijkt ons misschien eigenaardig, dat daar slaven zouden zijn. Maar als daar heerschappijen of heren zijn, dan moeten er ook schepselen zijn over wie zij hun heerschappij uitoefenen en die aan hen gehoorzaamheid verschuldigd zijn - net zoals wij ons aan onze Heer Christus gehoorzamen en daarom ‘slaven van Christus’ genoemd worden. Wanneer wij lezen, dat de koningen van de natiën de heerschappij over hen hebben Luc.22:25, dan moeten wij in 42

42 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication