46

Deze voorbeelden zouden voldoende moeten zijn om aan te tonen, dat onze beide grondtekstwoorden gebruikt worden om de - op hun eigen terrein- hoogste in rang aan te duiden Matt.9:34; 12:24; Marc.3:22; Luc.11:15; Efe.2:2. Daarmee krijgen wij ook begrip voor de functie van soevereiniteiten te midden van de op-hemelsen. Bij gelegenheid worden hun hoogwaardigheidsbekleders met die van dezelfde rang op de aarde in eenzelfde zin onder dezelfde kenmerken samengevat Rom.8:38; 1Cor.15:24; Efe.1:21; Kol.1:16; 2:10,15. Geen soevereiniteit of heerser op welk gebied dan ook - met al hun macht, hetzij in de hemelen of op de aarde - kan ons scheiden van de liefde van God, die is in Christus Jezus, onze Heer. Alle hoge en hoogste machtsposities hebben in een of andere vorm met soevereiniteit, archè, te maken. Maar Paulus schrijft ons in 1 Corinthiërs 15, dat iedere soort van heerschappij en macht zal zijn opgeheven, als Christus bij de voleinding Zijn koningsheerschappij aan God, Zijn Vader, overgeeft 1Cor.15:24. Zittend aan de rechterhand van de Vader is Christus al gesteld boven iedere soevereiniteit, gevolmachtigde, kracht en heerschappij Efe.1:20,21. In de Zoon van Gods liefde waren zij allen ook geschapen, zowel in de hemelen als op de aarde: tronen, heerschappijen, soevereiniteiten of volmachten …. en Hij is vóór alles Kol.1:16,17. Autoriteit (gevolmachtigde) Onder dit begrip vallen vermoedelijk al diegenen die in lagere machtsposities zijn. Het grondtekstwoord duidt een autoriteit aan, die haar volmacht van een hogere instantie ontvangt. De 47

47 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication