64

MISLEIDENDE GEESTEN EN DEMONEN Maar de geest zegt nadrukkelijk, dat in latere era’s sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten (letterlijk: demonen) volgen 1Tim.4:1 In zijn tweede brief aan Timotheüs verwijst Paulus indirect naar deze tijd en spreekt over gevaarlijke era’s in de laatste dagen 2Tim.3:1. Wanneer als gevolg van ontwrichting van het geloof veel tekortkomingen in de wandel zullen ontstaan. Daarom vermaant de apostel, dat wij afstand zouden houden, waar men met betrekking tot de (paulinische) waarheid op dwaalspoor gekomen is. En wij zouden hen, die dwaze vragen stellen, mijden. Omdat zij ten gevolge van gebrekkig onderwijs in de gerechtigheid slecht opgevoed zijn 2Tim.2:16-18, 23; 3:16; Titus 3:9. In de dwaalleren van het verre Oosten en ook elders is demonische invloed herkenbaar. Dat wordt ook door velen toegegeven. In de christenheid zijn dwaalleringen meestal met zoveel waarheid vermengd, dat gelovigen daardoor in verwarring gebracht zijn. Zij zijn in hun geestelijke groei afgeremd en in hun oordeelsvermogen vooringenomen geworden. Waarom zijn juist deze laatste tijden zo gevaarlijk? Omdat niemand wil toegeven slachtoffer te zijn van demonische leringen. Die waren er al in de tijd van Paulus. Hymeneüs en Filetus raakten op zulke 65

65 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication