66

het lichaam van een mens in bezit nemen, hem kwellen en via die mensen kunnen spreken. Zie: ‘das Geheimnis der Auferstehung’22 Niet satan is de overste van de demonen, maar Beëlzebul. Onze Heer zei, dat wanneer deze de demonen zou uitdrijven, of satan en zijn handlangers, dan zouden zij hun koninkrijk vernietigen Matt.12:26; Marc.3:23,26; Luc.11:18. Al deze geesten begeren de aanbidding door de mensen en kunnen zich daarom incidenteel graag met elkaar verbinden, hoewel de meest onreine demonen blijkbaar tot de allerlaagste geestelijke wezens behoren. Maar om zijn doel te bereiken, namelijk de gehoorzaamheid van de mensheid naar zichzelf te leiden, wil satan af en toe ook wel met de demonen een verbond aangaan. Zijn verlangen is de bezielde schepping onder zijn eigen leiding en heerschappij, los van God, naar het toppunt van hoogste ontwikkeling te voeren. Dat de mens die van zijn Schepper afgescheiden is, echter in zulke diepten verzinkt, is zeker lastig voor Satan. Want dit bewijst zijn eigen onmacht en zijn onbekwaamheid bewijst om de mensheid met succes te regeren en gelukkig te maken. ‘Demon’ is niet anders dan het vernederlandste Griekse woord daimōn, evenals het verkleinwoord daimonion. Helaas heeft men deze begrippen vaak met ‘duivel’ vertaald of met ‘duivels’ Jac.3:15, 22 Uitgegeven bij Konkordanter Verlag te Birkenfeld, Duitsland, een 1e en 2e druk zijn uitgebracht. 67

67 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication