9

eenduidig, goed en begrijpelijk willen vertalen, zouden wij uniform menselijke boodschappers ook met ‘engelen’ moeten aanwijzen, of de engelen ‘boodschappers’ noemen. Anders ontstaat verwarring en eeuwenoude dwalingen zullen ons vervolgens besluipen, al zijn wij nog zo eerlijk en oprecht in ons verlangen om Gods waarheid te leren en te onderwijzen. Net als bij het Grieks gebruiken onze vertalingen uit het Hebreeuws de uitdrukking ‘engel’ voor twee woorden: mlak en abir. Het laatste woord betekent standvastig en wordt maar één keer met ‘engel’ vertaald Psalm 78:25: zij aten engelenbrood (Luther, Duitse ed. 1912; de Statenvertaling (SV) en de herziene SV hebben: ‘brood der machtigen’). Deze keuze van woorden in de Lutherbijbel is niet anders dan navolging van dubieuze overleveringen; want boodschappers hebben geen speciale voeding. Dat wil zeggen: deze is niet beter maar vaak eerder minder dan het voedsel van andere mensen. Johannes de doper at sprinkhanen en wilde honing Matth.3:4; Marc.1:6. Voor hem was dit ‘engelenbrood’, omdat hij drie keer ‘bode’ (of ‘engel’) genoemd wordt. Ik weet dat indianen in de Amerikaanse woestijnen sprinkhanen aten als zij niets anders hadden. Ik heb zelf echter nooit dit soort ‘engelenbrood’ geproefd. Zowel in het Hebreeuws als in het Chaldeeuws betekent het gebruikelijke woord voor engel, mlak, letterlijk: een arbeider. Maar in het taalgebruik beperkt het zich tot één enkele bezigheid: 10

10 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication