16

In overeenstemming ermee eindigt het leergedeelte van de Efeziërs met een gebed om te begrijpen waar het in de eerste drie hoofdstukken om gaat. Daarvoor hebben we geestelijke kracht nodig, die overeenstemt met de rijkdom van Zijn heerlijkheid. Dit is opdat wij compleet gemaakt worden tot het gehele complement van God Ef.3:14-21. In dit verzoek gaat het helemaal niet om ons, maar om de eer en verheerlijking van God. Dat willen wij later nog meer helder uiteenzetten. En in overeenstemming ermee eindigt dit gebed in lofprijzing: Hem zij de verheerlijking! Het sleutelwoord voor de veranderde situatie vergeleken met de Korinthebrief vonden wij al in het openingsgebed. Gezegend zij de God … die ons zegent. Het gaat dus niet meer in de eerste plaats om ons, maar om Hem! God schenkt ons hier door Zijn woord het allerhoogste wat wij kunnen bevatten. Wij kunnen dat alleen verstaan omdat onze denkzin door Zijn geest vernieuwd is. We brengen Hem zo het hoogste waartoe wij (door Zijn geest gewerkt) in staat zijn: onze lofprijzing. Omdat het hier om het hoogste en meest verhevene gaat, gebruikt het Grieks voor ‘gezegend’ een speciaal woord, dat alleen van God wordt gebruikt. Wij vinden het in de profetische lofprijzing van Zacharias, die met de woorden begint: Gezegend zij de Heer, de God van Israël, omdat Hij naar Zijn volk heeft omgezien en er verlossing voor tot stand gebracht is …Luc.1:68 18

17 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication