35

moeten lezen en erop letten, hoe vaak de uitdrukking in de Heer daar voorkomt. Paulus noemt zich in de opening van de Filippenzenbrief, samen met Timotheüs geen apostel, maar slaaf van Christus Jezus. Daarmee geeft hij direct aan het begin te kennen, dat zijn thema’s wandel en dienst zijn. Daarvoor is de Heer Zelf (in de vorm van een slaaf Fil.2:7) het beste voorbeeld. Paulus benadrukt dat deze brief niets nieuws brengt, hij spreekt steeds over zijn Heer Fil.1:14; 2:11,19,24,29,30; 3:1,8,20;4:1,2,4,5,10,23. Wanneer hier herhaald sprake is van de vreugde in de Heer, gaat het erom, onze erkenning (van de positie in Christus) nu ook in wandel en dienst uit te leven. Zo zullen wij door onze houding in de Heer in het dagelijks leven dat in praktijk brengen. Al wat in Christus van ons is, vanaf de redding tot en met iedere geestelijke zegen, zou als uitdrukking van vreugde leiden tot een waardige wandel in de Heer en een gehoorzame dienst in de Heer. Verdrukking en laster van andere mensen (en zelfs ook van medegelovigen) kunnen ons moe, verdrietig en moedeloos maken. Wij zullen ons dan kunnen verheugen in de Heer, als ons hart werkelijk overvloeit van het evangelie van de genade van God. Alles om ons heen kan in duisternis gehuld zijn als om middernacht. Ook kan onze situatie lijken op die van Paulus en Silas in de binnenste kerker. Maar net zoals die twee niet alleen in gebed gingen, maar ook lofliederen zongen, zo worden ook wij hier door Gods woord aangesproken: Verheug je in de Heer altijd! Dus in wandel en dienst. 37

36 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication