39

Onze innerlijke houding van voortdurend in harmonie met Hem zijn, zorgt ervoor dat al ons werk in een sfeer van volledige afhankelijkheid van Hem wordt gedaan. Deze onuitgesproken houding van onze geest drukt zich uit in gebedsgedachten of woorden, zodra daar gelegenheid voor is. Wie is er niet met lofprijzing en gebed ontwaakt uit de slaap? En dat des te meer wanneer wij in vrede met God en de mensen waren ingeslapen! Voortdurend in harmonie met God zijn, betekent onophoudelijk bidden. Onze lippen vormen dan wel geen woorden, omdat zowel geest als handen zich op andere dingen moeten richten. Zodra een pauze intreedt, worden wij ons weer van bewust het voortdurende, harmonieuze contact met God. Wij hoeven niet naar woorden te zoeken om eerst deze verbinding te maken, maar deze wordt door lofprijzing en gebed heel spontaan bevestigd. Op die manier kunnen wij in de geest altijd deze houding hebben. Om zo in intieme gemeenschap met God te zijn, ongeacht wat wij op dat moment doen. Het beste fundament voor deze harmonie met de wil van God vormt de kennis van de grote verbanden in Zijn woord. Wat wij in eigen, individuele zaken zullen bidden, in overeenstemming met wat moet zijn, is niet in details bekend. Anders is het met de grote plannen van liefde van God voor het al. Hier kunnen wij leren om te bidden overeenkomstig wat moet zijn, wat Hij zich voorgenomen en beloofd heeft. Het zal ons steeds beter lukken Hem de woorden ‘van de lippen af te lezen’. Omdat wij Zijn diepste verlangen kennen, willen wij ook alleen vragen om datgene, wat aan dit verlangen voldoet. Wij mogen weten, 41

40 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication