25

Letterlijk: “Mijn verdorvenheid is te groot om te dragen.” Het klinkt vroom, maar het is feitelijk ongeloof. Wie God kent, weet dat geen verdorvenheid te groot is voor Hem om te vergeven of genade te schenken. Genesis 4:14a: “Zie, Gij hebt mij heden verdreven van de aardbodem (letterlijk: van de oppervlakte van de grond), en ik zal voor Uw aangezicht verborgen zijn …” [SV1977] In de hoofdstukken aan het einde van Deuteronomium, staat dat God zegt tegen het volk: “Ik zal Mijn aangezicht voor jullie ganselijk verbergen.” “Ik zal Mijn aangezicht verbergende verbergen”, staat er in de grondtekst. Dat geldt voor Israël en tevens voor de tijd waarin wij nu leven. God zou Zijn aangezicht voor Israël verbergen en dus verborgen blijven voor hen. Daarom heet de tijd waarin wij leven “de verborgenheid”. Het is niet alleen zo dat Christus – Die het Beeld en zogezegd het ‘aangezicht’ van God is – verborgen is in de hemel, maar daarmee verbergt God tevens Zijn aangezicht voor Israël. Dat doet Hij bij Kaïn, als een type van het volk, ook … en dat is profetie want het volk zou verstrooid worden over de aarde en toch niet ten ondergaan, dat gaan we nog lezen. 34

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication