0

Kaïn en Abel EEN UITBEELDING VAN RELIGIE EN GELOOF Gerard Oudijn GEZONDE WOORDEN

Colofon Titel: Gezonde Woorden Kaïn en Abel, een uitbeelding van religie en geloof © 2022 Gerard Oudijn, gezondewoorden.nl Alle rechten voorbehouden Verschijningsdatum: augustus 2022 Uitgever: Stichting Evangelie Om Niet, Papendrecht Vormgeving & technische realisatie: Evangelie Om Niet In samenwerking met Mieke Tom Foto cover © Rattanakun via Canva ISSN 2949-7353 NUR 707

INHOUD INLEIDING 11 1. Verworven 13 2. IJdel 15 3. Vergankelijk 17 4. Leeg of ijdel geloof 21 5. Motieven van het hart 23 6. Offeren in geloof 27 7. Een uitbeelding van religie en geloof 31 8. De verborgenheid 33 9. Ik zal uw gevangenis wenden 35 10. Bloed dat béter spreekt 37 11. Hém zij de heerlijkheid! 39 NOTEN 41 7

De Bijbelteksten komen van Interlineair Scripture Analyzer (ISA) en Geschriften, tenzij anders vermeld. Bron: scripture4all.org en geschriften.nl 8

“En het is aan het einde van enige dagen en Kaïn brengt een offer aan JAHWEH van de vrucht van de grond. En Abel brengt ook van de eerstelingen van zijn kleinvee en van hun vet. En JAHWEH slaat acht op Abel en zijn offer. En op Kaïn en zijn offer slaat Hij geen acht.” Genesis 4:3-5a 9

INLEIDING In deze uitgave wordt een geschiedenis besproken die veel mensen zullen kennen, als je maar iets van de bijbel hebt meegekregen dan ken je de geschiedenis van Kaïn en Abel in het begin van de Bijbel. Ik ga deze geschiedenis vers voor vers doornemen en wat ik vooral wil doen, is wijzen op de diepere betekenis achter deze geschiedenis. Dat er een diepere betekenis achter zit hoeft niet te verbazen, want dat is met alle geschiedenissen in de Bijbel zo. Paulus gebruikt vele malen Adam als voorbeeld, als type, van Christus. En in Efeze 5 gaat het bijvoorbeeld over Adam en Eva als beeld van Christus en Zijn lichaam. De geschiedenis van Kaïn en Abel heeft een diepere betekenis, daar kun je op bedacht zijn. Die betekenis is niet zo moeilijk, maar toch mooi en nuttig om daar eens naar te kijken. 11

Verworven Genesis 4:1, vanuit de Statenvertaling: “En Adam bekende Heva, zijn vrouw, en zij werd zwanger, en baarde Kaïn, en zeide: Ik heb een man van de HEERE verkregen!” Vanuit de grondtekst, in de interlineair1, kun je herkennen dat er in het Hebreeuws ‘adam’ staat en dat woord betekent ‘mens’. “En de mens …”. Dat lees je ook in de NBG-vertaling: “De mens nu …”. Letterlijk: “En de mens kende Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en zij baarde Kaïn. En zij zei: ‘Ik verwierf een man met JAHWEH2!’” En de mens ‘kende’ – Statenvertaling: ‘bekende’ – is eufemisme voor seksuele gemeenschap, want hij kende haar daarvoor al. Het is een verhullende uitdrukking. De NBG-vertaling heeft het hier over ‘gemeenschap’. Eva werd zwanger en zij baarde Kaïn. En ze zei: ‘Ik verwierf een man met JAHWEH.’ Die naam betekent zoiets als ‘verwerven’ of ‘verwerving’. En dan val ik maar meteen met de deur in huis: we lezen in de Schrift dat Israël, het Joodse volk, een verworven volk is. Dat lees je bijvoorbeeld in Exodus 15:16. Daar staat: “Verschrikking en vrees zal op hen vallen; door de grootheid van Uw arm zullen zij verstommen, als een steen, totdat Uw volk, HEERE! doorkomt; totdat dit volk doorkomt, dat Gij verworven hebt.” [SV1977] Meer letterlijk: “Angst en ontzag valt op hen, door de grootheid van Uw arm zijn zij stil als een steen, 13

totdat Uw volk, JAHWEH, passeert, totdat dit volk passeert, dat U verworven hebt.” Dit is het loflied van Mozes, nadat het volk de Schelfzee is doorgetrokken, dus eigenlijk bij ‘de geboorte’. Zo wordt dat ook echt voorgesteld: de geboorte van het volk. God verwierf Zich een volk en dat ging, net als bij een geboorte, ‘door het water’. We kennen het vruchtwater bij een geboorte van een kind, maar het volk Israël werd geboren als door de wateren. 1 Petrus 2:9 (letterlijk): “Maar jullie zijn … een volk tot verwerving …”. Het volk Israël wordt ‘een verworven volk’ genoemd en Kaïn is een beeld van dat Joodse volk. 14

IJdel Genesis 4:2a: “En zij voer voort te baren zijn broeder Habel …”. [SV1977] Letterlijk: “En zij ging verder met het baren van zijn broeder, Abel.” Ik weet niet hoeveel tijd tussen het baren van de beide broers heeft gezeten. Als je het zo achter elkaar leest zou je zeggen: het was een tweeling. En als je de geschiedenis van Genesis kent … daar komen nogal wat tweelingen voor, dus het zou me niet verbazen als dat zo was. Maar wellicht wordt er een stap in de tijd genomen en de tijd daartussen overgeslagen; wordt alleen het baren van de beide zonen hier benoemd. Er staat hier “Abel” en in de Statenvertaling staat “Habel”. Dat is trouwens ook zo met Eva, die heet in de Statenvertaling Heva. De letter ‘hé’ is een aparte letter. Het is de vijfde letter van het Hebreeuwse alfabet en de getalswaarde vijf spreekt van genade, van een belofte die nog niet gezien wordt. Abram werd Abraham en Sara, of Sarai, werd Sarah. Zij kregen deze letter erbij op het moment dat ze de belofte ontvingen. Het spreekt ook van verborgen dingen, want genade heeft alles met verborgenheid te maken. In veel vertalingen is de letter ‘h’ weggevallen op veel plaatsen en dat is sprekend of veelzeggend. De letter ‘hé’ heeft met geest van God en Christus te maken, met onzienlijke dingen en wat opvalt is dat nu juist die letter 15

verdwijnt in heel veel talen. Er zijn ook heel veel mensen die de ‘h’ niet uitspreken, dan maken ze er een ‘g’ van. Paulus was de apostel die “het Evangelie van de genade van God”3 bekend maakte en hij staat tevens voor de verborgenheid, die twee hebben alles met elkaar te maken. Dat Christus nu zit op de troon der genade, Heb.4:16 is in Zijn verborgen positie. Eva ging verder met het baren van Abel. Wat betekent ‘Abel’? ‘Abel’ betekent ‘ijdel’ of ‘ijdelheid’. Het boek Prediker vangt aan met (Statenvertaling): “IJdelheid der ijdelheden”. “… het is al ijdelheid.” Daar staat in het Hebreeuws het woord ‘abel’. Het is allemaal Abel of Abelim, wordt het dan in het Hebreeuws, want die -im is de meervoud vorm. 16

Vergankelijk Genesis 4:2b: “… en Habel werd een schaapherder, en Kaïn werd een landbouwer.” [SV1977] Je zou kunnen zeggen: ‘Kaïn werd een landbouwer’, maar dat staat er letterlijk niet. Kaïn diende het land of de aarde. ‘Het land’ is in de Schrift meestal een verwijzing naar het land Israël en ook dat bevestigt dat Kaïn een beeld is van het Joodse volk. Kaïn, als beeld van het Joodse volk en Abel was herder van kleinvee … In de Schrift wordt Jezus talloze keren voorgesteld als Herder. Dat doet Hij zelf overigens eveneens, bijvoorbeeld in Johannes 10:14: “Ik ben de goede Herder”. Het komt eveneens voor in het Oude Testament, de Hebreeuwse Bijbel, waar staat dat het volk – de kudde – verzameld zal worden door de Messias – de Herder. “Gelijk een herder zijn kudde opzoekt, ten dage als hij in het midden van zijn verspreide schapen is, alzo zal Ik Mijn schapen opzoeken; en Ik zal ze redden uit al de plaatsen, waarheen zij verstrooid zijn, ten dage der wolk en der donkerheid. En Ik zal ze uitvoeren van de volken, en zal ze vergaderen uit de landen, en ze brengen in hun land; en Ik zal ze weiden op de bergen Israëls, bij de stromen en in alle bewoonbare plaatsen des lands.” Ez.34:12-13 [SV1977] Kaïn is een beeld van het religieuze volk Israël, het Joodse volk. En Abel, de broeder die gedood werd, is een beeld van Jezus. Normaal zou ik zeggen ‘Christus’, maar hier zeg ik echt heel specifiek ‘Jezus van Nazareth’. 17

Dus de mens Jezus, zoals Hij geboren werd hier op aarde. Kunnen we dan van Hem zeggen dat Hij ‘ijdel’ is of ‘leeg’? Filippenzen 2:7 geeft aan dat “Hij Zichzelf ontledigd heeft”. “… die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft …” [NBG51] Hij ontledigde Zichzelf, meer letterlijk: “Hij maakte Zichzelf leeg” – Hij nam de gestalte van een slaaf aan, werd aan de mensen gelijk. De Heer was zonder zonde, Heb.4:15 maar ‘leegheid’ staat in de Schrift gelijk aan ‘ijdelheid’. Hij kwam hier als mens en Zijn ‘leven’ op zich was ijdel want, al zondigde Hij niet, het eindigde in de dood. Vergankelijkheid is ijdel, dat vind je in de Romeinen-brief. Heel de schepping is (letterlijk) “ondergeschikt aan de vergankelijkheid” en dat is ook leeg, in zichzelf. Waarom schrijft de Prediker van “ijdelheid der ijdelheden”? Het is al ijdelheid? … Omdat het specifiek gaat over het leven onder de zon, zo wordt dat genoemd in het boek Prediker. Sommige mensen zeggen het is een heel cynisch boek, maar het is cynisch als je niet het hele verhaal kent. Wat Prediker doet, is de beschrijving geven van ‘het leven onder de zon’ en dat is allemaal ijdel als er niet zoiets zou bestaan als ‘het leven boven de zon’, om het zo dan maar te noemen. Of het leven van wanneer ‘de Zon der gerechtigheid’ op zou komen: de opgewekte Christus. Mal.4:2 Als dat er niet zou zijn, dan was alles ijdel en daar focust het boek Prediker zich op. Als alles zou draaien om het leven onder de zon, dan ben je heel je leven aan het werk om iets op te bouwen. En dan ga je dood en de generatie na jou breekt het in een paar dagen af of in ieder geval heel snel. 18

Dat is ook ‘de ijdelheid van het bestaan’. Je hoort het vaak om je heen: ‘wij doen het voor onze kinderen en kleinkinderen, want zelf plukken we de vruchten er niet meer van’. En dat gaan die kinderen en kleinkinderen eveneens niet doen, want die doen het ook weer voor hun kinderen en kleinkinderen … en zo gaat het maar door. Dat wordt in Prediker beschreven, het is een hele cyclus, je zou er moe van worden als je het leest. Heel even lijkt het erop dat het ergens naartoe gaat en dan gaat het weer naar beneden en dat is dus ijdel, dat is de vergankelijkheid, het leven onder de zon. 19

Leeg of ijdel geloof In de eerste Korinthe-brief geeft Paulus aan dat, als de Heer Jezus niet zou zijn opgewekt, ons geloof dan ‘leeg’ of ‘ijdel’ is. En dan is de prediking die verkondigd wordt ook ijdel. “En indien er geen opstanding der doden is, zo is Christus ook niet opgewekt. En indien Christus niet opgewekt is, zo is dan onze prediking ijdel, en ijdel is ook uw geloof.” 1Kor.15:13-14 [SV1977] Letterlijk: “En indien Christus niet is opgewekt, dan is onze proclamatie leeg, en leeg is jullie geloof.” Dus de inhoud van ons geloof, de inhoud van de proclamatie van de verkondiging is: de opgewekte Christus! En zou Hij niet zijn opgewekt, dan is ons geloof ijdel, met andere woorden: leeg. Dat zegt Paulus tegen de Korintiërs, want onder hen waren er sommigen die zeiden: ‘Er is geen opstanding.’ En dan zegt Paulus tegen hen: ‘Als Christus niet is opgewekt, dan zijn jullie nog in jullie zonden.’ Dan mis je je doel en ga je dood en dan is alles zinloos, leeg, ijdel. Het niet ijdele, het nuttige, het zinvolle is dat Christus is opgewekt. En dat Hij, door Zijn opstanding, allen het leven gaat geven, 1 Korinthe 15:22: “Want net zoals in Adam allen sterven, zó zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Echter, ieder in zijn eigen rangorde …”. Heel de oude schepping zal worden weggenomen en er zal een nieuwe schepping voor in de plaats komen. 21

Motieven van het hart Genesis 4:3-5a: “En het geschiedde ten einde van enige dagen, dat Kaïn van de vrucht des lands de HEERE offer bracht. En Habel bracht ook van de eerstgeborenen van zijn schapen, en van hun vet. En de HEERE zag Habel en zijn offer aan; Maar Kaïn en zijn offer zag Hij niet aan.” [SV1977] Letterlijk: “En het is aan het einde van enige dagen en Kaïn brengt een offer aan JAHWEH van de vrucht van de grond. En Abel brengt ook van de eerstelingen van zijn kleinvee en van hun vet. En JAHWEH slaat acht op Abel en zijn offer. En op Kaïn en zijn offer slaat Hij geen acht.” Kaïn brengt een offer aan JAHWEH van de vrucht ‘van de grond’ of ‘van het land’. Later, onder de wet, heet dit gewoon ‘een spijsoffer’, maar wat Kaïn deed was ver voordat de wet gegeven werd, want dat was pas bij Mozes. De eersteling-schoof was eveneens een voedseloffer, een offer van de vrucht van het land. In deze geschiedenis waren er twee die een offer brachten: zowel Kaïn als Abel, maar God neemt het ene offer aan en het andere offer niet. Dan is altijd de vraag: waarom nam God het ene offer wel aan en het andere niet? En dan zegt men: ‘Kaïn bracht een offer van de vruchten van het land en dat was niet goed, want je moet een dierlijk offer brengen.’ Maar dat weten we helemaal niet, want in de voorgaande hoofdstukken staat niet dat er bepaalde voorschriften voor waren en ook bij de voorschriften die gelden onder de wet, vind je hier niets over terug. 23

Het onderscheid dat de één vrucht van het land offert en de ander een dierlijk offer, daar zit het niet in. Hij – Abel – “brengt ook van de eerstelingen”, staat er. Wat ze allebei deden is een offer brengen van de vrucht van de eerstelingen; de één van zijn oogst en de ander van zijn kudde. Beiden offeren iets van hun arbeid en daar kan op zich niets mis mee wezen, dat vind je later in de wet eveneens, dat dat zo gebeurde. “En JAHWEH slaat acht op Abel en zijn offer.” Hoe weten we dat God het offer van Abel aannam? Je hebt van die illustraties waarbij je dan twee offers ziet; het offer van Kaïn en het offer van Abel. Op die plaatjes gaat bij het ene offer de rook omhoog en bij het andere offer kringelt de rook naar beneden, maar dit is geen kwestie van de Schrift laten antwoorden. Hoe nam God een offer aan of hoe weten we dat God acht slaat op een offer? Hij accepteert het offer en neemt het tot Zich. Dan heb ik nog niet helemaal het antwoord gegeven, maar misschien ken je de geschiedenis van Elia en de profeten van Baäl? Eerst waren de profeten van Baäl aan de beurt om een offer te brengen maar er gebeurde niets. En toen zei Elia van: ‘nu ben ik aan de beurt’, en hij slachtte een stier. Er werd een geul gegraven rondom het altaar en die geul werd volgegoten met water. Het altaar zelf werd eveneens overspoeld met water. Daarna riep Elia de naam van God aan, van JAHWEH. En God antwoordde met vuur uit de hemel en Hij nam niet alleen het offer, maar ook het altaar tot Zich. Bam! Alles was weg. Zó antwoordt God op een offer. 24

Zo laat Hij zien of Hij een offer accepteert of niet, als het ware door het ‘op te eten’, tot Zich te nemen. “Toen viel het vuur des HEEREN, en verteerde dat brandoffer, en dat hout, en die stenen, en dat stof, ja lekte dat water op dat in de groeve was.” 1Kon.18:38 [SV1977] Letterlijk: “En er viel vuur van JAHWEH en het verslond het opstijgoffer en het hout en de stenen en de losse aarde, en het water dat in de greppel was likte het op.” Zo slaat God dus acht op offers, zo accepteert Hij ze, zo neemt Hij offers aan. En als ik Schrift met Schrift vergelijk, was dat voor Kaïn en Abel heel duidelijk. God accepteerde het offer van Abel en dat van Kaïn niet. Hoe deed hij dat? Door alleen het offer van Abel ‘tot Zich te nemen’. Op het offer van Kaïn slaat Hij geen acht. Dat heeft niets te maken met het feit dat Kaïn de vrucht van het land offerde. Beiden offerden de eerstelingen van hun arbeid en uiterlijk gezien was er helemaal geen verschil. Maar wat ziet God aan? Wat lees je daarover in de Schrift? God ziet het hart aan. 1Sam.16:7 Het moet gelegen hebben in de motieven, de raadslagen van het hart. 25

Offeren in geloof Een Schriftplaats als Judas 1, met name vers 11, werpt veel licht op wat Kaïn nu precies illustreert, uitbeeldt. “Wee hun, want zij zijn de weg van Kaïn ingegaan …” [SV1977] De brief Judas is gericht aan het Joodse volk, aan de besnijdenis. Aan een religieus volk dat de Messias heeft afgewezen, kondigt de brief van Judas een oordeel aan. Wat is ‘de weg van Kaïn’? In Matteüs 15:8-9 lees je: “Dit volk nadert tot Mij met hun mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver van Mij; doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn.” [SV1977] “Want de HEERE heeft gezegd: Omdat dit volk tot Mij nadert met zijn mond, en zij Mij met hun lippen eren, doch hun hart ver van Mij doen; en hun vreze, waarmee zij Mij vrezen, mensengeboden zijn, die hun geleerd zijn; daarom, ziet, Ik zal voorts wonderlijk handelen met dit volk, wonderlijk en wonderbaar; want de wijsheid van zijn wijzen zal vergaan, en het verstand van zijn verstandigen zal zich verbergen.” Jes.29:13-14 [SV1977] Dat is wat Kaïn deed: hij eerde God dan wel met zijn lippen en door een offer te brengen, maar zijn hart was er niet bij. ‘Het heeft een schijn van godsvrucht’, zegt Paulus in 2 Timoteüs 3:5 (letterlijk), ‘maar zij hebben de kracht daarvan verloochend.’ Vergelijk Lucas 11:49-51: “Waarom ook de wijsheid Gods zegt: Ik zal profeten en apostelen tot hen zenden, en van die zullen zij sommigen doden, en sommigen zullen zij uitjagen; opdat van dit geslacht afgeëist wordt het bloed van al de profeten, dat vergoten is van de grondlegging der wereld af; van het bloed van Abel, tot het bloed 27

van Zacharia, die gedood is tussen het altaar en het huis Gods; ja, zeg Ik u, het zal afgeëist worden van dit geslacht!” [SV1977] Hier wordt gezegd dat het Joodse volk verantwoordelijk is voor het vergoten bloed van alle profeten; van het bloed van Abel – de eerste keer dat er bloed vergoten wordt in de Bijbel – tot het bloed van Zacharia. Kaïn was zogezegd ‘het prototype’, een beeld van het religieuze en ongelovige Joodse volk en zijn offer wordt niet geaccepteerd. Wat je leest in Hebreeën 11:4 is (letterlijk): “In geloof biedt Abel aan God een meerder offer aan dan Kaïn; hierdoor werd er van hem getuigd, dat hij rechtvaardig is, alzo God over zijn naderingsgeschenken getuigenis geeft, en hierdoor spreekt hij nog, nadat hij gestorven is.” Waarom accepteerde God het offer van Abel? Dat staat hier: het was in geloof. Waarom accepteerde Hij het offer van Kaïn niet? Omdat dat offer niet in geloof was. Niet iedereen die het over God heeft gelooft ook. Wij zien de buitenkant aan, wij zien aan wat voor ogen is. Maar de Enige die dat werkelijk kan weten is God Zelf, want Hij ziet het hart aan. In geloof biedt Abel aan God een meerder offer aan dan Kaïn. Hierdoor werd er van hem getuigd dat hij rechtvaardig is. Dus God getuigde van Abel dat hij rechtvaardig is, door zijn offer aan te nemen. God rekent geloof tot rechtvaardigheid, Genesis 15:6. Hoe vaak vind je dat niet in de Schrift? Genesis 4:5b: “Toen ontstak Kaïn zeer, en zijn aangezicht verviel.” [SV1977] 28

De NBG-vertaling zegt het zo: “Toen werd Kaïn zeer toornig en zijn gelaat betrok.” Kaïn werd heel erg boos, maar Kaïn was geen atheïst. Je leest dat hij communiceerde met God. Hij geloofde dat God bestond, alleen: dat doet de duivel ook. De duivel weet heel goed dat God bestaat, dat Hij er is. Maar gelóven en in geloof leven, is niet: ‘geloven dat God bestaat’. Dat is niet wat de schrift erover zegt. Abel offerde in geloof. Als je wilt weten wat geloven is, neem dan het synoniem voor ‘geloven’ maar: vertrouwen. In vertrouwen offerde Abel een meerder offer dan Kaïn. Kaïn was religieus. Religie is zelf werken, dus vertrouwen stellen op jezelf. Kort en globaal gezegd is dat zelf dingen bewerken om ‘wat dan ook’ te verkrijgen: Gods goedkeuring of eeuwig leven of noem het allemaal maar op. Religie is eigen werk, maar hoe vroom dat er ook uit mag zien, dat is godsdienstigheid en religiositeit. Geloof is vertrouwen op dat God alles bewerkt en Hij alles doet. En Abel was een gelovige en Kaïn was een religieus mens. De motieven, de “raadslagen der harten” noemt Paulus dat in 1 Korinthe 4:5 [SV1977], doen ertoe. God zag het hart aan van Kaïn. De motieven van Kaïns hart deugden niet en die van Abel wel, want Abel offerde in geloof en Kaïn uit religiositeit. De gelovigen die wij geportretteerd krijgen in het Oude Testament zijn op enige manier een beeld van de Heer Jezus Christus. 29

Een uitbeelding van religie en geloof Kaïn ontstak zeer en zijn gezicht verviel. Genesis 4:6-7: “En JAHWEH zegt tot Kaïn: Waarom ben jij ontstoken? En waarom is jouw gezicht betrokken? Is het niet zo dat als je het goede doet je [je gezicht] kunt opheffen? Maar als je niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur. Naar jou gaat zijn begeerte uit, maar jij, heerst over hem.” Zijn gezicht weer opheffen … want het gezicht van Kaïn was vervallen. Kaïn moest zich niet laten beheersen door de zonde, maar heersen over de zonde. Genesis 4:8: “En Kaïn zegt tot zijn broer Abel: Laten wij het veld ingaan. En het is toen zij in het veld waren, dat Kaïn opstaat tegen zijn broer Abel en hij doodt hem.” Wij zouden zeggen: moord met voorbedachten rade. Dit is een beeld van het Joodse volk dat opstond tegen Jezus en Hem doodde. Abel was een gelovige en hij is een beeld van Jezus, dé Gelovige bij uitstek – Romeinen 3:22: “Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.” [SV1977] – , maar ook breder gezien van de gelovigen. In Galaten 4 spreekt Paulus over Ismaël en Isaak. Eveneens een uitbeelding van religie en geloof. Van wet en belofte. Dat degenen die in slavernij zijn altijd de vrijen vervolgen. Zij die vrij zijn – de gelovigen – zullen altijd in meer of mindere mate vervolgd, achtervolgd, dwarsgezeten worden door de religieuzen. 31

Paulus zegt in de Galaten-brief dat “de Judaïsten hun vrijheid kwamen bespieden”. Gal.2:4 Dat kunnen ze niet hebben, blijkbaar. En het is Kaïn die ook in jaloezie, in nijd, zijn broer Abel, de gelovige, doodslaat omdat God het offer van Abel accepteert. 32

De verborgenheid Genesis 4:9: “En de HEERE zeide tot Kaïn: Waar is Habel, uw broeder? En hij zeide: Ik weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder?” [SV1977] Letterlijk: “Ben ik de oppasser van mijn broer?” Genesis 4:10-11: “En Hij zeide: Wat hebt gij gedaan? daar is een stem van het bloed van uw broeder, dat tot Mij roept van de aardbodem. En nu zijt gij vervloekt van de aardbodem, die zijn mond heeft opengedaan, om het bloed van uw broeder van uw hand te ontvangen.” [SV1977] Kaïn werd letterlijk weggestuurd, maar lees dit met het idee dat Kaïn een type is van dat Joodse volk. Zij werden verstrooid over de aarde, daar hebben we zelfs een woord voor: ‘diaspora’. Dat is sowieso een uitdrukking voor verstrooiing van volkeren, maar we kennen het met name met betrekking tot het Joodse volk. Genesis 4:12: “Als gij de aardbodem bouwen zult, hij zal u zijn vermogen niet meer geven; gij zult zwervende en dolende zijn op aarde.” [SV1977] Letterlijk: “Wanneer jij de grond dient, zal zij haar energie niet meer aan jou geven …”. Het Joodse volk zou “dolende en zwervende op de aarde zijn”, dat is een beschrijving van diaspora – verstrooiing. Genesis 4:13: “En Kaïn zeide tot de HEERE: Mijn misdaad is groter, dan dat zij vergeven worde.” [SV1977] 33

Letterlijk: “Mijn verdorvenheid is te groot om te dragen.” Het klinkt vroom, maar het is feitelijk ongeloof. Wie God kent, weet dat geen verdorvenheid te groot is voor Hem om te vergeven of genade te schenken. Genesis 4:14a: “Zie, Gij hebt mij heden verdreven van de aardbodem (letterlijk: van de oppervlakte van de grond), en ik zal voor Uw aangezicht verborgen zijn …” [SV1977] In de hoofdstukken aan het einde van Deuteronomium, staat dat God zegt tegen het volk: “Ik zal Mijn aangezicht voor jullie ganselijk verbergen.” “Ik zal Mijn aangezicht verbergende verbergen”, staat er in de grondtekst. Dat geldt voor Israël en tevens voor de tijd waarin wij nu leven. God zou Zijn aangezicht voor Israël verbergen en dus verborgen blijven voor hen. Daarom heet de tijd waarin wij leven “de verborgenheid”. Het is niet alleen zo dat Christus – Die het Beeld en zogezegd het ‘aangezicht’ van God is – verborgen is in de hemel, maar daarmee verbergt God tevens Zijn aangezicht voor Israël. Dat doet Hij bij Kaïn, als een type van het volk, ook … en dat is profetie want het volk zou verstrooid worden over de aarde en toch niet ten ondergaan, dat gaan we nog lezen. 34

Ik zal uw gevangenis wenden Genesis 4:14b: “… en ik zal zwervende en dolende zijn op de aarde, en het zal geschieden, dat al wie mij vindt, mij zal doodslaan.” [SV1977] Nogmaals wordt er dus gezegd: ‘ik zal zwervende en dolende zijn op de aarde’. Daar wordt nadruk op gelegd. En: ‘al wie mij vindt, mij zal doodslaan’, dat is ook wat menig mens of volk heeft geprobeerd met het Joodse volk. Al zouden we het alleen maar over de Tweede Wereldoorlog hebben: daar is geprobeerd dat volk uit te roeien en tóch is dat volk blijven bestaan. Door de tijden heen is menig volk verdwenen of het heeft een andere naam gekregen. Volken assimileren, gaan op in andere volken. Maar dit volk is blijven bestaan en dat was eveneens de belofte die Kaïn kreeg. Genesis 4:15-16: “Doch de HEERE zeide tot hem: Daarom, al wie Kaïn doodslaat, zal zevenvoudig gewroken worden! En de HEERE stelde een teken aan Kaïn, opdat hem niet versloeg al wie hem vond. En Kaïn ging uit van het aangezicht des HEEREN; en hij woonde in het land Nod, ten oosten van Eden.” [SV1977] De naam ‘Nod’ betekent ‘omzwerving’ of ‘ballingschap’, dus Kaïn kwam in ballingschap. Ballingschap heeft te maken met ‘uit je land verdreven zijn’ en het staat in die zin gelijk aan verstrooiing. Het volk is in ballingschap of ‘gevangenis’ is ook een uitdrukking daarvoor. 35

Als er over de toekomst van het volk Israël wordt geprofeteerd dat het verzameld wordt uit de volkeren, dan staat er: “En gij zult Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij zult vragen met uw ganse hart. En Ik zal van u gevonden worden, spreekt de HEERE, en Ik zal uw gevangenis wenden, en u vergaderen uit al de volken, en uit al de plaatsen, waarheen Ik u gedreven heb, spreekt de HEERE; en Ik zal u terugbrengen tot de plaats van waar Ik u gevankelijk heb doen wegvoeren.” Jer.29:13-14 [SV11977] En dan komt er een einde aan de ‘gevangenis’. Dan komt er een einde aan de verstrooiing en zal het volk verzameld worden naar het land. 36

Bloed dat béter spreekt Kaïn doodt zijn broeder Abel, beeld van Jezus van Nazareth, de mens Jezus. Maar de geschiedenis gaat verder en je leest dan verderop in Genesis 4:25: “… en Adam kent zijn vrouw opnieuw.” Statenvertaling: “En Adam bekende weer zijn vrouw …”. Nou, we weten wat dat is … “… en zij baart een zoon. En zij geeft hem de naam Seth, want zegt zij: God heeft aan mij ander zaad gesteld in plaats van Abel; want Kaïn heeft hem gedood.” Hier wordt Abel – ijdel, ijdelheid – vervangen door een nieuwe zoon. Er wordt een nieuwe zoon geboren en Seth betekent ‘plaatsvervanger’ of ‘vergoeding’. Dan komt nieuw zaad, een nieuwe zoon van Adam, in de plaats van Abel en die zoon is een uitbeelding van de opgewekte Christus. Zoals Abel een beeld is van Jezus, de mens Jezus van Nazareth, zo is Seth een beeld, een type, een illustratie van de opgewekte Christus als dé Plaatsvervanger. In de Romeinen-brief wordt het beeld van het huwelijk gebruikt en daar is Israël de vrouw en degene die het Beeld is van God – degene die Hij stuurde als Zijn representant: Jezus, die stierf aan een kruis – de man. “Want een vrouw, die onder de man staat, is aan de levende man verbonden door de wet; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrijgemaakt van de wet van de man. Daarom dan, indien zij van een andere man wordt, terwijl de man leeft, zo zal zij een overspeelster genaamd worden; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrij van de wet, alzo dat zij geen overspeelster is, als zij van een andere man wordt. Zo dan, mijn broeders, gij zijt ook der wet gedood door het lichaam van Christus opdat gij zoudt worden van een Ander, 37

namelijk van Hem, Die van (letterlijk: uit) de doden opgewekt is, opdat wij Gode vruchten dragen zouden.” Rom.7:2-4 [SV1977] Het is in zekere zin Dezelfde, maar toch wordt hier over “een Ander” gesproken. Abels bloed vloeide, maar dat is een beeld van de besprenging van het bloed dat (letterlijk) “beter spreekt dan Abel”, namelijk: het bloed van het kruis. Hebreeën 12:22-24: “Maar gij zijt gekomen … tot de Middelaar van het nieuwe testament (letterlijk: tot de Bemiddelaar van een vers verbond), Jezus, en het bloed der besprenging, dat betere dingen spreekt dan Abel.” [SV1977] Daarmee wordt impliciet gezegd dat Abel een type is van Jezus. 38

Hém zij de heerlijkheid! Laat ik afsluiten met het einde van de Hebreeën-brief. Hebreeën 13:20-21a: “Nu, de God van de vrede, Die onze Heer Jezus, de grote Herder van de schapen, door het bloed van een aeonisch4 verbond, omhoog leidt vanuit de doden, moge Hij jullie in alle goed werk toebereiden, om Zijn wil te doen.” Abel was een herder van schapen, maar de Heer is de grote Herder van de schapen. Waarmee je meteen weet dat ál die herders in de Schrift een beeld zijn van Hem, want Hij is de grote Herder – de meerdere, betere Herder. Hebreeën 13:21b: “Die in ons doet, wat voor Zijn ogen welgevallig is, door Jezus Christus, Hem zij de heerlijkheid tot in de aeonen van de aeonen5. Amen!” We hebben een geschiedenis gezien van twee werken. Religieuze werken en werken in geloof. Wat zijn de goede werken? De werken van Abel, in geloof. Daar geeft God getuigenis van! Al ‘onze werken’ en ‘onze godsdienstigheid’ en ‘onze religiositeit’ zal “weggedaan worden als door vuur”, zegt Paulus in 1 Korinthe 3:15. Wat overblijft zijn goud, zilver en kostbare stenen. 39

NOTEN 1 De interlineair is een woord-voor-woord weergave vanuit het origineel. Het is een meer letterlijke vertaling. Op de website van Scripture4all.org is een Nederlandse interlineair te vinden, die als pdf kan worden gedownload voor bijvoorbeeld tablet of smartphone. Een volledige interlineair van zowel het Oude als het Nieuwe Testament. Meer informatie: https://www.scripture4all.org/ 2 In vertalingen staat “de HEERE” of “de HEER” met allemaal hoofdletters. Dat staat voor de Naam ‘JAHWEH’, God, de “Ik ben Die Ik ben” en “Ik zal er zijn”. Jesaja 45:5 (letterlijk): “Ik ben JAHWEH en niemand anders, buiten Mij is er geen God.” Er staat ook “Heer” of “Heere” met één hoofdletter, dat staat voor ‘Kurios’. Het Griekse ‘Kurios’ heeft dezelfde betekenis als het Hebreeuwse ‘Adonai ’ en dan gaat het over de Heer: Hij die de Meester en Eigenaar is van alles en iedereen. 3 “Het Evangelie van de genade van God”, Handelingen 20:24: “Maar ik acht op geen ding, noch houd mijn leven dierbaar voor mijzelf, opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen, en de dienst, welke ik van de Heere Jezus ontvangen heb, om te betuigen het Evangelie der genade Gods.” [SV1977] 4 Het woord ‘aeonisch’ wil zeggen dat het de komende aeonen of wereldtijdperken betreft. Meer informatie over deze tijdperken kunt u vinden bij: http://gezondewoorden.nl/?s=aeonen 5 Voor meer informatie, zie: http://gezondewoorden.nl/videos2/de-aeonen-van-de-aeon/ 41

Gezonde Woorden Woorden van mensen, hoe vroom ze ook klinken, zijn woorden van menselijke wijsheid en krachteloos. 1Kor.2:4 Het Woord van God daarentegen is levend en krachtig en daarom roept de Schrift ons ook op om gezonde woorden te gebruiken. Heb.4:12; 2Tim.1:13 Zijn woorden vormen de gezonde leer die ons gezond maakt in het geloof. Tit.2:1-2 gezondewoorden.nl Bron: Oudijn, G. (2021). Kaïn en Abel. Gezonde Woorden, http://gezondewoorden.nl/studies/kain-en-abel%f0%9f%94%88-%f0%9f%93%b9/ In samenwerking met: Stichting Evangelie Om Niet Het Evangelie spreekt van de ene GOD, Die OM NIET alle mensen redt, verzoent, levend maakt en rechtvaardigt! Gratis online boeken lezen, delen en downloaden (publicaties ook als uitgave op papier verkrijgbaar) evangelieomniet.nl 43

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
Home


You need flash player to view this online publication