15

2.1 – Het waterbekken in de tabernakel In de beschrijving van de voorwerpen in de tabernakel, in Exodus 2528, ontbreekt het waterbekken (KIUR, zeg: kijór; NBG51: wasvat, bekken). Dat verschijnt pas vanaf Exodus 30:28 ten tonele, samen met het brandofferaltaar. Iedere priester die de Jahweh wilde naderen, moest het wasvat (bekken) wel passeren. Zonder wassing kon God niet genaderd worden. De wassing was een vast onderdeel van de priesterwijding, de poort naar een nieuw leven dicht bij God.3 De tabernakel is het tegenbeeld van Israëls situatie in de eindtijd en fungeert als een “gelijkenis voor de tegenwoordige periode [kairos]” (Hebreeën 9:9).4 2.2 – De zee en waterbekkens in Salomo’s tempel In de tempel van Salomo, die later de plaats van de tabernakel in zou nemen, werd het waterbekken vervangen door de koperen zee (IM, zeg: jam) en tien koperen, verrijdbare waterbekkens (1Koningen 7:2339). _______________________ 3 Op dat laatste doelt Paulus als hij Titus schrijft over het “bad der wedergeboorte” (Titus. 3:5) als beeld van de totale vernieuwing, wat naadloos aansluit op “de nieuwe mens” in Efeziërs 4:24. 4 Voor tijds- en periodeaanduidingen: De kalender van God - Concordante Publicaties (concordante-publicaties.nl). 19

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication