31

Het met elkaar delen van eten en drinken kon eveneens fungeren als teken van vriendschap (bijv. Genesis 26:28-30) en ter bezegeling van een verbond (bijv. Genesis 31:52-54). Bovendien kon de maaltijd het voertuig van vreugde zijn (bijv. Nehemia 8:10-11). Meestal vervulde iedere maaltijd al deze functies tegelijk, waarbij één functie meer op de voorgrond kon staan dan de overige. De Farizeeën en schriftgeleerden begrepen dan ook heel goed wat de Heer zeggen wilde door met tollenaars en zondaars maaltijd te houden (Lucas 5:30). De symboliek van de maaltijd komt tot volle uitdrukking in het koninkrijk (Lucas 22:30) en is terug te vinden in de beeldspraak van de Heer in Johannes 6:53-58 - “Wie Mijn vlees opeet en Mijn bloed drinkt: hij blijft in Mij en Ik in hem” (v.56). Ook in de maaltijd die de Heer gehouden heeft, komen gastvrijheid, verbondenheid en vreugde tot uitdrukking. Zoals wij hierna zullen ontdekken, heeft het de Heer behaagd bij Paulus de maaltijd in een veel hoger perspectief te plaatsen. 3. Het laatste pesachmaal van de Heer 3.1 – Tijdstip De evangelisten geven aan dat deze bijzondere maaltijd gehouden werd op een tijdstip dat binnen de door de wet gestelde termijn viel: “in de eerste maand op de veertiende dag tussen de twee avonden” 35

32 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication