35

Dat is niet zo vreemd, want zo konden zij even afgezonderd zijn van een hun niet bijster goedgezinde omgeving ( – lees Handelingen 18:1217 maar). Het is immers niet onwaarschijnlijk dat naast de vrome Joden ook vele andere Corinthiërs hen verachtten. In Paulus’ dagen waren buiten Israël alleen synagogen en de tempels van de Grieks-Romeinse goden de centrale plaatsen van godsdienstige samenkomsten. Kerkgebouwen bestonden toen nog niet. De gelovigen moesten derhalve samenkomen op plaatsen met een geschikte outillage. Dat konden een of meer woonhuizen zijn, waarvoor vooral die van de rijke leden in aanmerking kwamen. Gezamenlijke maaltijden In het Nabije Oosten was het – en is het nog steeds – gebruikelijk om gezamenlijk maaltijden te houden. Daaraan konden niet alleen de bewoners van een huis deelnemen, maar ook buurtgenoten en van elders afkomstige gasten. Men spreidt dan een kleed uit over vloer of tafel, waarop alle disgenoten de door hen meegebrachte etens- en drinkwaren kunnen uitstallen, aldus bijdragend tot een bevredigend stillen van ieders honger en dorst. Afhankelijk van de gelegenheid en feestvreugde kon de dis rijker en overvloediger zijn dan anders. Voor schrijver dezes was dat een normaal tafereel toen hij in Egypte opgroeide. 39

36 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication