Dat zou dus ook opgaan voor de passage in 1 Corinthiërs 11:17-34. Paulus heeft het daar echter niet over de viering van Israëls uittocht uit Egypte, maar over de zinnebeeldige betekenis van “pascha”. Dat wordt helder wanneer wij weten wat het woord ‘pascha” feitelijk betekent. Dat woord is afgeleid van het Hebreeuwse woord PhSCh (zeg: pasách) dat “voorbijgaan” betekent. In Exodus 12, waar Jahweh de Israëlieten gebiedt jaarlijks de uittocht uit Egypte, het land van slavernij en dood, te gedenken, zegt Hij “Dit is pesach voor Jahweh” (Exodus 12:11). Het verwijst naar het voorbijgaan van Israëls ellende onder de Egyptische knoet en tegelijk naar het voorbijgaan van de dood aan de met bloed bestreken deurposten (Exodus 12:13). Welnu, als apostel van de opgestane en verheerlijkte Heer Christus Jezus mocht Paulus ook aan ons, niet-besnedenen, een evangelie verkondigen dat een overeenkomstig “voorbijgaan” inhoudt. Denk maar aan onder meer deze zinnen: • “… zoals Hij ons uitgekozen heeft in Hem vóór de nederwerping der wereld, opdat wij heiligen en smettelozen voor Zijn aangezicht zijn (Efeziërs 1:4); • “In Hem hebben wij de vrijkoping door Zijn bloed” (Efeziërs 1:7a); • “Thans echter, in Christus Jezus, zijn jullie die eens veraf waren, nabijgekomen door het bloed van Christus” (Efeziërs 2:13); 44
41 Online Touch Home