46

5.3 – Het breken van het brood Wanneer de leden van de Corinthische gemeente aan het einde van de werkdag samenkwamen om met elkaar maaltijd te houden, speciaal om met elkaar het geloof te beleven, te bespreken en te versterken, waren op het kleed of de tafel de broden uitgestald die zij hadden meegenomen of waarvoor de (rijke) gastheer gezorgd had. Het ligt voor de hand dat vervolgens iemand van hen, na het uitspreken van een dankgebed, het sein gaf dat de maaltijd kon beginnen door het brood te breken, waarna iedereen hetzelfde ging doen. Dat wij tegenwoordig, in onze cultuur, het brood niet plegen te breken, maar het in stukken snijden, komt in principe op hetzelfde neer. Wat in Corinthe een normale gang van zaken was, is al vroeg door allerlei menselijke leringen verworden tot kerkelijke hocus pocus.14 Het brood gaf Christus als beeld van de uitgeroepen gemeente die Zijn lichaam is – “Dit is Mijn lichaam voor jullie”. In 1 Corinthiërs 12:12 legt Paulus dit nader uit: “Want net als het lichaam één is en veel leden heeft, maar alle leden van het ene lichaam – velen zijnde – één lichaam zijn, zo ook Christus”. _______________________ 14 Veelzeggend is dat deze uitdrukking een verbastering is van het Latijnse “hoc est corpus meum” (“dit is Mijn lichaam”) bij de consecratie tijdens de eucharistieviering. De toevoeging “pilatus pas” is een verbastering van het credo dat tijdens deze viering wordt gereciteerd: “sub Pontio Pilato passus et sepultus est” (“heeft onder Pontius Pilatus geleden en is begraven”). 50

47 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication