105

We komen nu aan het einde van de geschiedenis van Simson, bij het hoogtepunt waar Simson nog e e n keer zijn kracht van God terugkrijgt. De Filistijnen zijn allemaal bij elkaar gekomen in de tempel van hun god om hem te bespotten en hun vermeende overwinning te vieren. Maar zij wisten niet dat Simsons uiterste vernedering hier, de aanloop was naar zijn grootste overwinning (vergelijk: 1 Kor.2:8). Simson zou zijn God, de God, aanroepen en deze machten te kijk zetten en over hen triomferen (Kol.2:15). Richteren 16 26 En Simson zei tot de knaap die zijn hand vasthoudt: Laat mij, en doe mij de pilaren voelen waarop het huis is gevestigd, zodat ik daartegen kan leunen. 27 En het huis was vol met mannen en met vrouwen, en daar waren alle stadsvorsten van de Filistijnen, en op het dak ongeveer drieduizend mannen en vrouwen, die zagen op het vermaak met Simson. 28 En Simson riep tot JAHWEH en hij zei: Mijn Heer JAHWEH, gedenk mij alstublieft, en versterk mij alstublieft, ja deze ene keer God! Dan zal ik mijzelf wreken met een wraak op de Filistijnen voor mijn twee ogen. 29 En Simson omvatte de twee pilaren in het midden, waarop het huis was gevestigd en waarop het werd ondersteund, e e n rechts van hem en e e n 107

106 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication