110

1. Als het volk Israe l door God uitgeleid is uit Egypte, verblijven zij bij de berg Sinaï en Mozes gaat de berg op om van God de wet te ontvangen. In Exodus 32 lezen we de geschiedenis van het gouden kalf. Als Mozes op de berg is, wordt het volk ongeduldig en draagt het Aa ron op om een gouden kalf te maken. Het volk viert feest rond het gouden kalf als Mozes van de berg komt. Exodus 32 19 En het gebeurt als hij naderbij komt tot de legerplaats, dat hij het kalf ziet en reidansen. En Mozes is heet van boosheid en hij gooit de tafelen uit zijn handen en hij breekt ze onderaan de berg. Nog voordat het oude verbond goed en wel gegeven is, wordt het gebroken. Het is een uitbeelding van de tijdelijkheid van dit oude verbond. Israe l had gezegd: al wat JAHWEH gesproken heeft, zullen wij doen (Ex.19:8). Daar kwam niets van terecht. Nog voordat Mozes de stenen tafelen tot het volk gebracht had, pleegden zij afgoderij met het gouden kalf. Mozes wordt opnieuw de berg op geroepen en ontvangt nieuwe stenen tafelen, een tweede verbond. De naam Deutero-nomium betekent dan ook tweede wet. Die tweede wet is een uitbeelding van het nieuwe verbond, waarin God niets van de mens vraagt, maar belooft dat Hij alles zal doen (Jer.31:31-34). Van die tweede set stenen tafelen lezen we dan: Deuteronomium 10 1 In die tijd zei JAHWEH tot mij: Hak voor jezelf twee stenen tafelen uit zoals de eersten, en ga naar 113

111 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication