0

UitZicht Alfred E. Dekker Evangelie Om Niet

Colofon Titel: UitZicht © Alfred E. Dekker, Rotterdam Alle rechten voorbehouden Eerste druk: oktober 2022 Uitgever: Stichting Evangelie Om Niet, Papendrecht Vormgeving: EON, evangelieomniet.nl Foto cover © Jan Kopriva via Canva Technische realisatie: Cora Sanders, Schrijverspunt ISBN 978-94-6266-608-5 NUR 707

In liefdevolle herinnering aan Riana 12 september 1944 - 29 juli 2017

INHOUD Romeinen 5:1-5 ...................................................... 9 Psalm 42:9 ............................................................ 11 Ziekentroost .......................................................... 13 Levensloop ............................................................ 15 Klaproos ............................................................... 17 Hebreeën 13:6 ...................................................... 19 Psalm 118 .............................................................. 21 De drie broertjes ..................................................23 Een musje ............................................................. 25 Hartezaken ........................................................... 27 Liefde .................................................................... 31 ’t Is Liefde ............................................................. 33 Eonisch leven ........................................................ 35 Romeinen 13:8-10 ................................................ 37 Romeinen 7:25 .....................................................39 Aan mijn kleindochter Naëma ............................ 41 Aan mijn kleindochter Joëlle...............................43 Bruidspaar ........................................................... 45 Design ................................................................... 47 Copla .................................................................... 49 U vertrouw ik, Here!............................................ 51 Troost .................................................................... 53 UitZicht ................................................................. 55 7

Romeinen 5:1-5 Koning, keizer, admiraal Heren, slaven: allemaal - er is geen natie, volk of land - Gij hebt ze alle in Uw hand. Tegen mijn verdrukking in geeft volharding mij de zin om beproefd weer op te staan en vol hoop Uw weg te gaan. ’t Is Uw heerlijkheid, o God, die bij ied’re hartenklop mij doet uitzien naar de dag dat ik bij U wezen mag. Dank voor Uw genade. Heer! Alleen voor U buig ik mij neer. ’t Is Uw liefde, die steeds weer mij doet roemen tot Uw eer! 9

Psalm 42:9 Heer, met Uw goedgunstigheid heeft U mij vandaag geleid, heeft U aan mij welgedaan op het pad dat ik mocht gaan. Als een loflied in de nacht klinkt het Woord dat U mij bracht. Dank voor Uw nabijheid, Heer, laat mij leven tot Uw eer! 11

Ziekentroost Romeinen 8:18 Als pijnen mij doen branden, mijn krachten mij verlaten in lijf en ledematen, vouw ik de moede handen voor Vader Die mijn tijden, mijn dagen en mijn nachten op Hem doet wachten. O, eindig toch mijn lijden! In stof en oneer uitgestrekt word ik nochtans een vrucht, in heerlijkheid gewekt. Vergankelijkheid vervlucht, als Hij mij tot Zich trekt, in liefde, in de lucht. 13

Levensloop Ik had minister kunnen worden ... maar zocht een vaste baan; Ik had bestuurder kunnen worden ... maar stond niet graag vooraan; Ik had professor kunnen worden ... maar vond de leer profaan; Ik had ook rechter kunnen worden ... maar stelde mij als linker aan. Ik ben wat Jezus mij liet worden en kan mijn weg in vrede gaan. 15

Klaproos In haar felrood kleed staat in ruige bermen de ranke jonkvrouw wiegend in de wind wachtend op het oog dat schoonheid vindt in haar wezen en zich wil ontfermen, ontfermen over haar doorbloede ziel op deze wrede gronden, in de hete zon, waar haar leven staken zal en zo begon: in stofdroog zaad dat hoopvol nederviel. Wee de hand die haar aanzien misverstaat en, menend goed te doen, haar heeft ontrukt aan aard en wortel die haar leven laat! Dra verslapt de klaproos, weggeplukt, en valt haar vermiljoenen tooi op straat: Gods Woord uit zijn verband gerukt. 17

Hebreeën 13:6 Niet in rotssteen uitgehouwen om de eeuwen te doorstaan: Zijn belofte op broos papyrus, omdat Hijzelf met u wil gaan. 19

Psalm 118 Benauwd door nacht en zorgen riep ik de Here aan. Hij droeg mij naar de morgen om in Zijn licht te staan. Toen haters mij omzwermden, mij dreigden, zonder tal, kwam Hij Die mij beschermde en redde uit hun val. Wie is als Hij, mijn Here, mijn sterkte en mijn lied? Geen vijand kan mij deren, want Hij verlaat mij niet. Voor wie zou ik ooit vrezen? Want vóór mij is de Heer. Mijn God, U zij geprezen, Uw Naam alleen zij eer! 21

De drie broertjes Eens liepen op een hoge wand Feit, Geloof en Gevoel, drie broertjes met een hechte band, één van geest en doel. Vooraan liep Feit met ferme pas, Geloof volgde op de voet en ook Gevoel was in zijn sas als laatste van de stoet. Maar lopend op die hoge muur werd Gevoel plots bang: ‘Waarom dit hach’lijk avontuur?’ Het duurt me véél te lang!’ Geloof keek even achterom, verloor zijn evenwicht en verdween toen met Gevoel in één klap uit het zicht. 23

Moraal: Staat bij Geloof Gods Feit vooraan, dan heeft het vaste grond, maar komt Gevoel ertussen staan dan ligt het op zijn kont. 24

Een musje Een musje was bij ’t gulzig drinken plotsklaps in de sloot beland en fladderde om niet weg te zinken tegen een te hoge waterkant. Vergeefs zochten zijn pootjes grond, steeds vaker ging zijn kopje onder; het sloeg zijn vlerkjes wild in ’t rond, luid piepend om een wonder ... Daar greep een grote mensenhand het vogellijfje weg uit ’t graf en zette het op zonnig land, ver van het vrees’lijk water af. Uit de diepten van mijn nood, tussen hoge, kille wanden, worstel ik op leven en dood, roepend om Uw reddend hand’len. Til mij naar Uw boezem, Heer, geef mij de warmte van Uw hart, in mijn wanhoop - ik kán niet meer - verlos mij van mijn angst en smart! 25

Hartezaken I Hoe lief heb ik Uw komen, Heer, de hoop die U mij schenkt: dat U mij wegrukt, in één keer, van alles wat U krenkt! Dan zal ook ik, met U bekleed, staan voor Uw aangezicht, door U gered van dood en leed en levend in Uw licht. II Als Christus Jezus in ons leeft, kan geen verderf ons grijpen en zal Gods geest die wasdom geeft, zijn vrucht in ons doen rijpen. Leer ons te leven naar Uw Woord, ons hart op U te richten, opdat wij wand’len naar ’t behoort, als door Uw geest verlichten! 27

III Vervuld van dankbaarheid, o Heer, voor alles wat U geeft, vraag ik een hart dat meer en meer naar Uwe vrede leeft. Laat ootmoed mijn gezindheid zijn, Uw liefde mij tot kracht, dat vrede ook op and’ren schijn’ in ’t donkerst van de nacht. IV Dank voor Uw genade, Vader, dat U dagelijks mij leidt: Stap voor stap brengt U mij nader tot Uw hart en heerlijkheid. Dank voor Uw liefdevolle Zoon en ’t woord dat Hij mij bracht. Maak dat het rijk’lijk in mij woon’ en vrucht geeft, ongedacht. 28

V Wie kan er beter zorgen dan God steeds voor mij doet? Hij geeft mij ied’re morgen weer nieuwe kracht en moed. VI Er is geen dal zo diep of ’k zie Uw licht erboven. U bent het Die mij riep niets kan mij van U roven! 29

Liefde I Here, schrijf Uw naam der namen op de tafel van mijn hart. Laat mij met U wand’len, samen, door wat ruim is of benard. Laat mij slechts Uw liefd’ beamen, maak dat ik daarin volhard! II Neemt U de leiding van mijn leven, Christus Jezus, Redder, Heer! Wilt U daarin de Eerste wezen, al mijn dagen, tot Uw eer? Laat de liefd’ door U gegeven, bij mij zichtbaar zijn, steeds meer. III Dank U voor Uw liefde, Vader, mij bewezen door Uw Zoon! Vul mijn hart uit deze ader, dat daarin ’t verlangen woon’: Elke dag een stukje nader bij mijn plekje voor Uw troon. 31

’t Is Liefde ’t Is Liefde Die genade geeft, om niet, in overmaat, ’t Is Liefde Die wie daaruit leeft verheft tot hoogste staat. ’t Is Liefde Die ons hart bewerkt door Christus, onze Heer. Zijn liefde is ’t die ons versterkt te leven tot Zijn eer. ’t Is Liefde Die ons pad verlicht, wijst waar wij moeten gaan. ’t Is Christus voor Wiens aangezicht wij stralend zullen staan. 33

Eonisch leven* Laat af, o Maag’re Hein, geen grijns meer op uw kaken: Uw zeis kan dit bejaarde zwijn slechts in den vleze raken! *Leven dat met Christus verborgen is in God (Col. 3:3-4), bepaald door Gods geest en niet door het vlees waarin de dood regeert. 35

Romeinen 13:8-10 Wil toch in Gods liefde wandelen, dankbaar en van harte rein. Verwacht de zegen van Zijn handelen: Hij zal alles in u zijn! 37

Romeinen 7:25 Mensen zondigen, allemaal, niemand doet iets goed. Het is een ongeneselijke kwaal waaraan ieder lijden moet. Geen “goddelijke vonk” vanbinnen, geen zelfverlossing werkt: de macht der vleselijke zinnen houdt allen zwaar beperkt. Geformeerd uit stof der aarde en veraf van het hemelrijk, verheerlijkt men slechts de waarde van het blinkend aardse slijk. Maar wolken boven ons bestaan gebruikte God tot zegen. Geen bliksem liet Hij op ons slaan, maar genadevolle regen. Niet “ik, ellendig mens” klinkt meer, maar “genade” doet mij leven - door de overwinning van mijn Heer - mij volstrekt om niet gegeven. 39

Hoe voluit Hem te loven, Die aan Vaders rechter wacht? Misschien lukt dat bij Hem boven, in één ruk naar Hem toe gebracht? 40

Aan mijn kleindochter Naëma Psalm 90:12 Elke dag is als een kraal, geregen aan een snoer. Elke dag is maar eenmaal - je krijgt niet één retour. Elke dag is als een kraal, geschapen door de Heer uit wonderbaarlijk materiaal - gemaakt voor ene keer. Elke dag is als een kraal - niet één is dof of zwart - schit’rend als de zonnestraal direct uit Jezus’ hart. Elke dag is als een kraal - houd ze in dit dagboek bij. Leer ze tellen, allemaal, word daarvan wijs en blij. 41

Aan mijn kleindochter Joëlle Als je ooit de weg niet weet of het pad niet op durft gaan, leg jouw hand in die van Vader, want wat Hij doet, is welgedaan! Denk hoe wij in kinderjaren stapten door een zonnig land jij met strikjes in jouw haren en ik als kamerolifant. 43

Bruidspaar Man en vrouw: laat uwe harten, aaneengesmeed en hecht, rijk in vreugde, arm aan smarten, ijverig kloppen voor uw echt, kloppen vol van ware liefde, eerlijk en altoos oprecht. Moog als een de ander griefde - al ware dat ook nóg zo slecht - nu genade ruimte bieden, nieuwe diepgang in uw echt - als het geheim dat echtelieden kennen, hen door Paulus aangezegd. 45

Design Design or not Design Is not the question It’s what in God’s eyes we are: Perfection! 47

Copla Wie zijn pessi mist, is dan blij te moê, Maar wie zij opti mist, is er erger aan toe! 49

U vertrouw ik, Here! Melodie: Als g’ in nood gezeten U vertrouw ik, Here, met heel mijn hart! Niemand kan mij deren, daar ’k in U volhard. Uw liefdemacht heeft mij licht gebracht! en een lentemorgen na de winternacht. In alle stormen, in elke nood, geeft U mij vertrouwen - wat bent U groot! U vertrouw ik, Here, met heel mijn hart! Niemand kan mij deren, daar ’k in U volhard. Wat er ook zij - Kurios zijt Gij! Niets kan van U scheiden: U bent ons nabij! Heel Uw gemeente knielt voor U neer en belijdt van harte: Gij zijt de Heer! 51

Troost Lijden duurt altijd te lang; hetzelfde geldt voor pijn. Maar al ben je nóg zo bang: de Heer zal met jou zijn! De lijnen van Zijn grote plan gaan vaak door merg en been. Hoe weinig je begrijpen kan - vertrouw op Hem alleen! Door storm leidt Hij en nacht, geeft uitzicht onverwacht, wanneer jij ’t zou begeven! Jezus heeft de overmacht, Hij heeft de dood ontkracht - in Hem wacht allen leven! 53

UitZicht Uit het zicht, tóch die zekerheid: wij gaan in wolken naar het licht, zien daar de Heer in heerlijkheid, van aangezicht tot aangezicht! 55

Alfred E. Dekker In samenwerking met: Stichting Evangelie Om Niet Het Evangelie spreekt van de ene God, Die OM NIET alle mensen redt, verzoent, levend maakt en rechtvaardigt! evangelieomniet.nl

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
Home


You need flash player to view this online publication