110

3. De uit de doden opgewekte Christus is aan Gods rechterhand, waar Hij “ook voor ons bidt” (Romeinen 8:34). Hier wordt hetzelfde woord gebruikt als voor het “pleiten” van de Geest in vs.27. 4. De profeet Elia richtte zich bij de Horeb tot God met de volgende woorden: “Heer, uw profeten hebben zij gedood, uw altaren omvergeworpen en ik ben alleen overgebleven en zij zoeken mijn leven” (Romeinen 11:2-3). Dit spreken van Elia duidt Paulus in Rom.11:2 aan met het werkwoord entugchano. In sommige bijbelvertalingen is dit met “aanklagen” weergegeven, maar in werkelijkheid hield Elia juist een vurig pleidooi: “Heer, het gaat helemaal mis met uw volk! Grijp in, doe er iets aan!” 5. Ten slotte staat er in Hebreeën 7:25, dat de hemelse Hogepriester “volledig kan behouden wie door Hem tot God naderen, daar Hij altijd leeft om voor hen tussenbeide te treden”. Ook hier gebruikt de bijbelschrijver voor “tussenbeide treden” het werkwoord entugchano. Volgens de Bijbel heeft dit “tussenbeide treden” of “pleiten” van Christus niet de betekenis die er door Calvijn aan werd gehecht. De opvatting dat onze Voorspraak in de hemel om vergeving smeekt en als een advocaat het vonnis van veroordeling van ons afwendt is onjuist. Uit het tekstverband blijkt wat de Bijbel onder dit pleiten verstaat: 1. Gelovigen weten niet “wat moet zijn” (grondtekst van Rom.8:26), maar de Geest pleit “in overeenstemming met God” voor hen, dus in overeenstemming met Gods bedoelingen (Rom.8:27). 121

111 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication