118

gedoopt in de Jordaan daalde Gods Geest op Hem neer en klonk er een stem uit de hemelen die zei: “Deze is mijn geliefde Zoon, in wie Ik welbehagen heb gevonden” (Mattheüs 3:17). Die gebeurtenis markeerde het begin van zijn openbare optreden. Kenmerkend voor dat optreden was het feit dat Hij God dikwijls aanduidde als Vader. Niet slechts als zijn eigen Vader, maar óók als de Vader van de toehoorders. God is de Enig Goede Aan het begin van de Bergrede vinden we de opdracht: “Laat zo uw licht schijnen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader die in de hemelen is, verheerlijken” (Mattheüs 5:16). Volgens Jezus was God voor elke toehoorder: “uw Vader die in de hemelen is”, en de oorsprong van alle “goede (Gr. mooie) werken”. Hij onderwees de menigten, dat God “licht” is en in geen enkel opzicht duister: “En dit is de boodschap die wij van Hem [d.i. Christus] gehoord hebben en u verkondigen: dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is” (1 Johannes 1:5). Wie nog vijandig en van God vervreemd zijn schilderen Hem af als Iemand die de mensen het goede onthoudt, die er een behagen in schept om hen te kwellen en te straffen (mocht Hij werkelijk bestaan). Maar Jezus predikte dat de Ene licht is en dat er in Hem in het geheel geen duisternis is. Hij is de Bron van al het goede en schone, van waarheid en trouw. Hij zorgt voor ons als een Vader en is daarom al ons vertrouwen waard. Al het 130

119 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication