“Vergeldt niemand kwaad met kwaad, behartigt wat goed is voor alle mensen” (Romeinen 12:17). “Worden wij gescholden, wij zegenen; vervolgd, wij verdragen; gelasterd, wij bidden” (1 Korinthe 4:12-13). “Ziet toe dat niet iemand een ander kwaad met kwaad vergeldt, maar jaagt altijd naar het goede voor elkaar en voor allen” (1 Thessalonicenzen 5:15). “Vergeldt niet kwaad met kwaad, of schelden met schelden, maar zegent integendeel, omdat u ertoe geroepen bent zegen te erven” (1 Petrus 3:9). Jezus heeft deze opdracht op volmaakte wijze in praktijk gebracht. Zelfs aan het kruis, in een situatie van de diepste vernedering en de ergste pijn, zegende Hij zijn vijanden nog en bad voor hen: “Vader, vergeef hun, want zij weten niet wat zij doen” (Lukas 23:34) God geeft volstrekt belangeloos Omdat God volstrekt belangeloos geeft en bij ons een oprecht vertrouwen wil opwekken koestert Hij een diepe afkeer van schijnheiligheid. “Past er voor op dat u uw gerechtigheid niet doet voor het oog van de mensen, om door hen te worden gezien; anders hebt u geen loon bij uw Vader die in de hemelen is... Maar u, als u weldadigheid bewijst, laat uw linkerhand niet weten wat uw rechter doet, opdat uw weldadigheid in het verborgen is; en uw Vader die in het verborgen kijkt, zal het u vergelden... U, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader die in het verborgen is; en uw Vader die in het verborgen kijkt, zal 132
121 Online Touch Home