persoon van de Messias, Gods gerechtigheid is “verschenen” (Gr. phaneroo). Het gaat om gerechtigheid die door het geloof van Jezus Christus 22 zichtbaar is geworden. Gerechtigheid “onthullen” (1:17), gerechtigheid “doen verschijnen” (3:21) en gerechtigheid “tonen” (3:25) zijn verwante uitdrukkingen. “Gerechtigheid tonen” kan niet betekenen: “laten zien dat je het kwaad niet onbestraft laat”, want Paulus zou dan in Romeinen 1 hebben geschreven: “Ik schaam me niet voor het goede nieuws, want daarin wordt onthuld dat God het kwaad niet onbestraft laat.” Als Paulus dat werkelijk aan de mensen had verteld, dan was zijn boodschap voor de hoorders beslist géén “goed nieuws” geweest! Indien de opvatting van Ridderbos, Greijdanus en het avondmaalsformulier betreffende gerechtigheid juist was, dan zou de apostel in Romeinen 3 hebben geschreven: “Nu is buiten de wet om zichtbaar geworden dat God het kwaad niet onbestraft laat, God heeft dat laten zien in het geloof van Jezus, de Messias” Zulke parafrases van 1:17 en 3:21 tasten het evangelie aan en heffen dit in feite helemaal op. De calvinistische uitleg van Romeinen 3:25 is daarom onjuist. Goed nieuws Blijkbaar heeft Paulus met “gerechtigheid Gods” iets anders bedoeld dan bestraffing van het kwaad (of het eisen van rechtvaardige vergelding). De apostel hechtte aan het woord dikaiosunè dezelfde betekenis als de psalmdichters en de 22 In de oorspronkelijke Griekse tekst van Romeinen 3:22 staat dia pisteoos Iesou Christou, “door [het] geloof van Jezus Christus”. In de Statenvertaling is de grondtekst correct weergegeven, maar niet in de vertaling van het NBG. 140
128 Online Touch Home