133

God is “rechtvaardig” in tegenstelling tot de afgoden. Dat betekent, dat je op Hem niet tevergeefs vertrouwt. Hij “verlost”, dát is zijn gerechtigheid. Daarom mag Jesaja de volken uitnodigen: “Wendt u tot Mij en laat u verlossen, alle einden der aarde, want Ik ben God en niemand meer” (Jesaja 45:22) Bij niemand anders kan de mensheid hulp krijgen, en uiteindelijk zal men dat ook inzien: “Alleen bij de HERE, zal men van Mij zeggen, is gerechtigheid en sterkte, tot Hem zal men komen, maar beschaamd zullen staan allen die tegen Hem in woede ontstoken zijn” (Jesaja 45:24) In de Hebreeuwse tekst van vers 24 staat het woord “gerechtigheid” in het meervoud. De mensen zullen God zoeken vanwege zijn rechtvaardige daden, de redding die alleen Hij kan schenken. Gods gerechtigheid blijkt uit de manier waarop Hij met zijn schepselen omgaat. Hij laat de wereld niet aan haar lot over. In de Hebreeuwse Bijbel is gerechtigheid een parallel van: 1. redding (Psalm 31:2-3, 71:2) 2. goedertierenheid (Psalm 33:5, 36:6-8, 36:11, 40:11, 89:15, 103:17) 3. trouw (Psalm 40:11, 96:13, 143:1) 4. heil (Psalm 40:11, 71:15, 98:2; Jesaja 46:13, 51:5) 5. verlossing (Jesaja 45:21) 146

134 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication