163

aanvaarden alleen de gelovigen het, en alleen zij worden behouden. Tot zover dit commentaar. Paulus spreekt inderdaad over ”de velen”, om het contrast aan te geven met ”de ene” die voor hen veroordeling dan wel rechtvaardiging heeft bewerkt. De bewering van de hoogleraar, dat de ”familie” van Christus kleiner zou zijn dan die van Adam, is echter onschriftuurlijk. Tijdens de huidige boze eeuw is het aantal mensen dat Christus volgt wel geringer dan het aantal nakomelingen van Adam. Maar dat zal niet altijd zo blijven. In de ”bedeling van de volheid der tijden” zal ”al wat in de hemelen en op de aarde is onder één hoofd worden samengebracht, in Christus” (Efe.1:10). Uiteindelijk zal de familie van Christus even groot zijn als die van Adam. Het denkbeeld van de twee ”families” heeft de hoogleraar ontleend aan de kerkvader Augustinus. Maar dat denkbeeld is met de Schrift in strijd. Want volgens Paulus is de genadegave door Jezus Christus overvloediger dan de veroordeling die Adams overtreding teweegbracht (Rom.5:15) en de reikwijdte van de verlossing is onbeperkt (zie b.v. Rom.8:19-22, Efe.1:10 en Kol.1:15-23). We doen de Heiland oneer aan als we beweren dat Hij slechts een deel van de mensheid zal redden. In de Romeinenbrief wisselen de uitdrukkingen ”alle mensen” en ”de velen” elkaar af. Over Adam schrijft Paulus: ”Zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan... Indien door de overtreding van die ene de velen gestorven zijn... gelijk het door één daad van overtreding voor alle mensen tot veroordeling gekomen is... gelijk door de ongehoorzaamheid van één mens de velen zondaren geworden zijn” (vs.12,15,18,19). Waar het Adam betreft, zal niemand bestrijden, dat met ”alle mensen” en met ”de velen” de hele mensheid is bedoeld. Maar als Paulus vervolgens over Christus opmerkt: ”Veel meer is de genade Gods en de gave, bestaande in de genade van de ene 176

164 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication