167

ons dit alles nog steeds. Het zijn genadegaven op grond van het offer van Christus” 49. De algemene genade die God aan alle mensen bewijst is volgens de schrijfster noodzakelijk om de Gemeente te kunnen vormen. God laat de wereld voortbestaan om de Gemeente zonder vlek of rimpel aan zijn Zoon te kunnen aanbieden. Leden van het lichaam van Christus werden vóór de grondlegging der wereld al hiertoe bestemd. Volgens de schrijfster is Jezus de Heiland van alle mensen, want Hij geeft hun aardse zegeningen. Maar Hij is vooral de Heiland van de gelovigen, omdat Hij hun eeuwig leven geeft (1 Tim.4:10). Aan het kruis heeft Jezus de wereld gekocht, maar de Gemeente verlost. Aldus haar betoog. In dit tijdschriftartikel worden de uitdrukkingen ”alle mensen” en ”de velen” betrokken op de hele mensheid. Maar zou de apostel met ”rechtvaardiging ten leven” werkelijk slechts het geschenk van een vergankelijk bestaan hebben bedoeld? Paulus schreef aan Timotheüs, dat christenen voor alle mensen moeten bidden, dus ook voor koningen en hooggeplaatsten. Hij liet daarop volgen: ”Dit is goed en aangenaam voor God, onze Heiland, die wil, dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen. Want er is één God en ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die Zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen; en daarvan wordt getuigd te juister tijd” (1 Tim.2:3-6). ”Alle mensen” betekent in dit vers echt: “iedereen”, want de heidense overheid is erbij inbegrepen. Het omvat mensen die nog niet tot erkentenis der waarheid zijn gekomen! Voor die 49 Ibid. Vanwege het breedsprakige negentiende-eeuwse taalgebruik van de schrijfster is haar argumentatie hier in eigentijds Nederlands weergegeven. 180

168 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication