179

zijn (21:4). Als “laatste vijand” zal hij te niet worden gedaan (1 Korinthe 15:26, 2 Timotheüs 1:10). Voor dat doel heeft de Schepper “de rivier van het water des levens” op de nieuwe aarde geplaatst. Door het water van die rivier worden de doden tot leven gewekt. Ze komen niet op het wereldtoneel terug als de zondaren die zij eens waren (21:8, 22:15) maar als vernieuwde schepselen (21:6, 22:1,17; vgl. Ezech.47:1-12). Door de bladeren van het geboomte des levens zullen de volken, die voortdurend tegen God hebben gerebelleerd (Openb.11:2, 11:9-10, 11:18, 14:8, 18:3, 18:23, 20:8-9), van hun afkerigheid en opstandigheid worden genezen (22:2). Ten slotte zal er geen enkele vervloeking meer zijn (22:3). Uit Openb.20-22 kan niet geconcludeerd worden dat “levend maken” hetzelfde is als “opstaan”. In het Nieuwe Testament is “levend worden” of “levend maken” een aanduiding van het ontvangen of schenken van het ware leven (zie Openb.20:4, Joh.5:29, Joh.20:31, Efe.2:5 en Kol.2:13). In 1 Kor.15:22 moet de uitdrukking dezelfde betekenis hebben. Met “allen” bedoelde Paulus: de hele mensheid, en met zijn uitspraak dat “in Christus allen levend gemaakt zullen worden”: dat elk mens eens uit de greep van de dood zal worden bevrijd. Youth for Christ Een christen die namens Youth for Christ op Sri Lanka werkzaam is, heeft over 1 Kor.15:22 het volgende geschreven: “Hier geldt ook dat, als we de parallel tot in het absolute doorvoeren, we tot de conclusie moeten komen dat ieder mens tenslotte een ‘gelukzalige opstanding’ zal kennen. Maar ook hier laat de context zien dat zo’n verklaring onmogelijk juist kan zijn. Meer dan eens in dit hoofdstuk zegt Paulus, dat de grote prijs die betaald moet worden voor het volgen van Jezus de moeite 192

180 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication