187

zeggen, is gerechtigheid en sterkte, tot Hem zal men komen; maar beschaamd zullen staan allen die tegen Hem in woede ontstoken zijn; in de HERE wordt het gehele nakroost van Israël gerechtvaardigd en zal het zich beroemen” (Jesaja 45:22-25) De apostel Paulus heeft deze profetie van Jesaja aangehaald en Jesaja’s woorden op de gekruisigde en opgestane Messias betrokken: “Laat die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, die in [de] gestalte van God zijnde het geen roof geacht heeft God gelijk te zijn, maar zichzelf ontledigd heeft, [de] gestalte van een slaaf aannemend, de mensen gelijk wordend. En uiterlijk als een mens bevonden heeft Hij zichzelf vernederd, gehoorzaam wordend tot [de] dood, ja [tot de] kruisdood. Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam geschonken die boven alle naam is, opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt van hen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God [de] Vader” (Filippenzen 2:5-11) In Jesaja 45 en Filippenzen 2 gaat het niet om een huldebetoon dat onder dwang tot stand komt (zoals een aardse dictator dit kan afdwingen) maar om een huldebetoon dat oprecht gemeend is. Niet de lippen, maar de tongen zullen eens belijden dat Jezus Christus Heer is. Die belijdenis komt van binnenuit, want Paulus gebruikt het Griekse werkwoord ex-homologeoo. En dit buigen en belijden is tot eer van God in zijn hoedanigheid als Vader. Het gaat niet om lippendienst, maar om een hartelijk dienen van God, door schepselen die Hem kennen en erkennen als hun Vader. Aangezien God het gebed van de Gekruisigde heeft gehoord (Psalm 22:25), zullen alle volken zich eens voor de Opgestane neerbuigen en zich tot de HERE bekeren: 202

188 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication