189

een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie het is <alles> nieuw geworden. En alles is uit God, die ons met zichzelf heeft verzoend door Christus en ons de bediening van de verzoening heeft gegeven, namelijk dat God in Christus de wereld met zichzelf verzoenend was, terwijl Hij hun overtredingen hun niet toerekende en in ons het woord van de verzoening legde. Wij zijn dan gezanten voor Christus, terwijl God als [het ware] door ons maant. Wij bidden voor Christus: Laat u met God verzoenen. Hem die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons [tot] zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem” (2 Korinthe 5:14-21) De verzoening zal volgens de apostel zowel de aarde als de hemelen omvatten en elk met rede begiftigd schepsel dat van God is vervreemd en tegen Hem is opgestaan in een vriend veranderen: “Want het behaagde de hele Volheid in Hem [d.i. de Zoon] te wonen en door Hem alle dingen57 tot zichzelf te verzoenen, na vrede gemaakt te hebben door het bloed van zijn kruis, <door Hem>, hetzij de dingen58 op de aarde, hetzij de dingen in de hemelen” (Kolossenzen 1:20) Paulus sluit zich aan bij de toekomstverwachting van de psalmdichters en de profeten. Dat deed ook zijn collega-apostel, 57 De oorspronkelijke Griekse tekst zegt ta panta, “de alle” (waarbij alle een meervoudsvorm is). Omdat “de alle” geen goed Nederlands is, hebben de vertalers ta panta weergegeven als: “alle dingen”, maar dit wekt de indruk dat verzoening betrekking heeft op voorwerpen terwijl die in werkelijkheid betrekking heeft op vijanden. 58 “Dingen” staat niet in de oorspronkelijke tekst, er staat “hetzij die op de aarde, hetzij die in de hemelen”. Gezien het tekstverband (vs.16) gaat het om “tronen, heerschappijen, overheden en machten” in de onzichtbare en de zichtbare wereld met hun bijbehorende onderdanen. 204

190 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication