37

Kippoerim Eén zelfstandig naamwoord dat van het werkwoord kaphar is afgeleid hebben we in het voorafgaande nog niet genoemd: het woord kippoer. In de Hebreeuwse Bijbel vinden we daarvan alleen het meervoud (kippoerim). We vinden dit woord in de volgende teksten: “... een stier als zondoffer ter verzoening...” (Exodus 29:36) “... het bloed van het zondoffer der verzoening...” (Exodus 30:10) “... het geld [letterlijk: het zilver] der verzoening van de Israëlieten...” (Exodus 30:16) “Maar op de tiende van de zevende maand is de Verzoendag... Op die dag zult gij generlei arbeid verrichten, want het is de Verzoendag” (Leviticus 23:27,28) “Op de Verzoendag zult gij de bazuin doen rondgaan door uw ganse land” (Leviticus 25:9) “... de ram der verzoening...” (Numeri 5:8) “... het zondoffer der verzoening...” (Numeri 29:11) In feite staat er steeds: “zondoffer ter bedekkingen”, “zondoffer der bedekkingen”, “zilver der bedekkingen”, “dag der bedekkingen”, en “ram der bedekkingen”. Het meervoud geeft aan, dat het éne offer, de éne heffing, de éne dag, of de éne ram vele tekortkomingen bedekt. Kaphar op andere plaatsen Het werkwood kaphar wordt in de Bijbel bijzonder vaak gebruikt. In het voorafgaande konden we slechts enkele 41

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication