44

Luoo werd niet alleen in godsdienstige zin gebruikt, maar ook als aanduiding van alledaagse handelingen: het “losmaken” van een os of een ezel die ergens was vastgebonden (Mattheüs 21:2, Markus 11:2,4,5, Lukas 13:15, 19:30,31,33), het “losmaken” van de riem van een sandaal (Markus 1:7, Lukas 3:16, Johannes 1:27, Handelingen 7:33, 13:25), het “losmaken” van iemands handen die vastgebonden waren (Johannes 11:44, Handelingen 22:30), het “loslaten” van een gevangene (Handelingen 24:26, Openbaring 9:14,15; 20:3,7), of het “loslaten” van het achterschip toen de scheepsromp door de kracht van een storm in tweeën brak (Handelingen 27:41). Het werkwoord kon betrekking hebben op het “losmaken” van de tong. De evangelieschrijver Markus beschrijft de genezing van een doofstomme man als volgt: “Terstond werd de band zijner tong los en hij sprak goed” (Markus 7:35) Jezus gebruikte hetzelfde woord voor het “losmaken” van de rug van een vrouw die achttien jaar verkromd was geweest: “Moest deze vrouw, die een dochter van Abraham is, welke de satan, zie, achttien jaar gebonden had, niet losgemaakt worden van deze band op de sabbatdag?” (Lukas 13:16) Over zijn eigen lichaam zei Hij tegen de Joodse leiders: “Breekt deze tempel af en binnen drie dagen zal Ik hem doen herrijzen” (Johannes 2:19) Feitelijk staat er: “Maak deze tempel los”. Indien de Farizeeën zich zouden bevrijden van die ergerlijke tempel van God in hun midden, door Jezus uit de weg te ruimen, dan zou de Messias hem binnen drie dagen doen herrijzen door uit de doden op te staan. In de Efezebrief gebruikt Paulus het werkwoord luoo voor het “losmaken” (= het buiten werking stellen) van een tussenmuur die scheiding maakt (Efeze 2:14). 49

45 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication