48

Apolutroosis Behalve het werkwoord luoo en het zelfstandig naamwoord lutron vinden we in het Nieuwe Testament nog het zelfstandig naamwoord apolutroosis. Het gaat daarbij om de “verlossing” of “in-vrijheid-stelling” die het gevolg is van het betalen van een losprijs. Bevrijding In de brief aan de Hebreeën spreekt de schrijver over mensen “die zich hebben laten folteren en van geen bevrijding [Gr. apolutrosis] wilden weten, opdat zij aan een betere opstanding deel mochten hebben” (Hebreeën 11:35). Mogelijk doelt hij hiermee op martelaren uit de Joodse geschiedenis die tijdens de regering van de Syrische koning Antiochus weigerden om op heidense manier te gaan leven. Indien ze als teken van loyaliteit een stukje varkensvlees hadden genuttigd, zou dat de “losprijs” zijn geweest voor hun leven. De bejaarde Eleazar en een moeder met zeven zonen weigerden dit echter. Zij werden op gruwelijke wijze gefolterd en verminkt maar bleven standvastig in hun trouw aan Gods verbond. Volgens het (apokriefe) tweede boek der Makkabeeën was de heldenmoed van de martelaren een gevolg van het feit dat zij wisten dat God hen in de toekomst zou opwekken. De tweede zoon zei tegen de vorst: “U beneemt ons nu wel het tegenwoordige leven, maar de Koning van de wereld zal ons na onze dood tot een nieuw, eeuwig leven opwekken” (2 Makkabeeën 7:9, NBV) 53

49 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication