60

Samenvatting en conclusie In bijbelvertalingen zijn meerdere Griekse en Hebreeuwse woorden met “verzoenen” weergegeven. Omdat die woorden verschillende betekenissen hebben, is er verwarring ontstaan. De grondbetekenis van een eerste woordgroep is “verandering van vijanden in vrienden”, opheffing van wantrouwen, vijandschap en vervreemding van mensen ten opzichte van God en tussen mensen onderling. De woorden uit deze groep komen alleen voor in het Nieuwe Testament en binnen het Nieuwe Testament alleen in de brieven van Paulus. De grondbetekenis van de tweede woordgroep is “bedekken”. Bedekt worden de ongerechtigheden en zonden van mensen of in de eredienst gebruikte voorwerpen door middel van “reiniging”, dat wil zeggen: opheffing van hun gebreken, tekortkomingen en falen. De woorden uit deze groep worden zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament gebruikt. Een derde en laatste woordgroep houdt verband met “kopen” en het betalen van een “prijs”. God betaalde via zijn Zoon Jezus Christus een hoge prijs om mensen te kopen, waardoor ze zijn eigendom werden. Hij kocht hen vrij uit de harde slavernij van de zonde, de vruchteloosheid en de vergankelijkheid. In hun onderlinge samenhang openen deze woorden een geweldig toekomstperspectief. Er zal eens vrede heersen in de hele schepping. Van doelmissen of falen, gebreken of tekortkomingen zal er niet langer sprake zijn. Vruchteloosheid en vergankelijkheid zullen door heerlijkheid, kracht en onvergankelijkheid worden vervangen. Omdat hij dít toekomstperspectief bezat schreef Paulus dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet waard is vergeleken te worden met de 67

61 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication