81

2. Wanneer een aardse rechter in plaats van een misdadiger een onschuldige straft, dan wordt dit beschouwd als een wandaad. God denkt er ook zo over. Want Hij heeft tegen het volk Israël gezegd: “Gij zult het recht van de arme onder u in zijn rechtsgeding niet buigen... De onschuldige en de rechtvaardige moogt gij niet doden...” (Exodus 23:6-7) Omdat God een volmaakt rechtvaardige Rechter is, zal Hij de rechtvaardige nóóit doden. De bewering dat Hij zijn onschuldige Zoon de doodstraf heeft opgelegd, is met Exodus 23:7 in strijd. 3. Wanneer een aardse rechtbank in het geval van een ernstig misdrijf afziet van strafvervolging, omdat de rechters zijn omgekocht, dan wordt dit beschouwd als een schandaal. De HEERE is het daarmee eens. Want Hij heeft in zijn woord gezegd: “Ik verklaar de schuldige niet rechtvaardig” (Exodus 23:7, vgl. 34:6-7) Hoewel de HEERE nadrukkelijk verklaart dat Hij de schuldige onder geen beding rechtvaardig zal verklaren, beweren vele christenen dat Hij dit in het geval van schuldige gelovigen wél doet omdat zijn Zoon voor hun zonden heeft betaald. 4. In de Bijbel heeft God verklaard dat het plaatsvervangend dragen van een straf onmogelijk is: “De ziel die zondigt, die zal sterven. Een zoon zal niet mede de ongerechtigheid van de vader dragen, en een vader zal niet mede de ongerechtigheid van de zoon dragen. De gerechtigheid van de rechtvaardige zal alleen rusten op hemzelf en de goddeloosheid van de goddeloze zal alleen rusten op hemzelf” (Ezechiël 18:20) 90

82 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication