Het begrip aeonische tijden bewijst dat het begrip spreekt over tijd en niet staat tegenover tijd. We vinden hetzelfde begrip aeonische tijden tevens in Rom.16:25 en 2 Tim.1:9. Dat laatste is in verband met Tit.1:2 interessant, omdat in beide verzen wordt gesproken over vóór aeonische tijden. Dat betekent dat er een tijd was vóórdat de aeonen aanvingen. Zoals we ook zagen dat de aeonen een einde en voleinding hebben. Overigens blijkt dit eveneens uit het meervoud in aeonische tijd-en. Tijden hebben een einde en volgen elkaar op. De aeonen zijn tijdperken die ooit begonnen zijn en eens weer zullen ophouden. Het bijvoeglijk naamwoord zon – zonnig water – waterig hoek – hoekig geel – gelig eeuw – eeuw-ig Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Zonnig zegt iets over zon, waterig over water, enz. Als we het woord aeon vertalen met eeuw, in de zin van een tijdperk, zouden we moeten weten wat het bijvoeglijke naamwoord eeuw-ig betekent. Het zegt iets over de eeuw, het tijdperk. Betrekking hebbend op de eeuw. Maar omdat het zo’n ‘vervuild’ begrip is, gebruik ik liever het woord aeon of aeonisch. Dat begrip moet vaak uitgelegd worden, maar heeft in ieder geval niet de bijklank van eindeloosheid, die het begrip eeuwig in de loop van de tijd gekregen heeft. Door elkaar gegooid Wie gooit de dingen zo door elkaar? We zagen eerder al dat duivel de vertaling is van het Griekse diabolos. Dat betekent 47
50 Online Touch Home