Paulus aan deze woorden toevoegt: “van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn” (Fil.2:10). Jesaja 45 De woorden waaraan Paulus deze verzen ontleent, komen oorspronkelijk uit Jesaja 45. Dit is een geweldig hoofdstuk dat spreekt van de Éne God en het beschrijft Zijn soevereiniteit en exclusiviteit. De Ene God is Schepper van alles! Buiten Hem is er geen God (:5), Hij formeert licht en schept duisternis. Hij maakt vrede en schept kwaad (:7), alles is Zijn werk. En dat geeft rust, want dat betekent dat alles in Zijn goede handen is en alles wat er plaatsvindt onder Zijn controle is en past binnen Zijn plan. God is in Jesaja 45 de God van Israël (:11,15), maar in dit hoofdstuk vinden we al meerdere aanwijzingen dat Gods plan Zijn hele schepping omvat (:12,18). Deze God is een rechtvaardig God, dat wil zeggen: een God die recht zal doen en alles zal rechtzetten wat krom is (:21). En Hij is ook een Redder (:21). Jesaja 45 22 Wend je om tot Mij en wordt gered, alle einden van de aarde, want Ik ben God, en niemand meer. 23 Ik zweer bij Mijzelf, er is een woord van rechtvaardigheid uit Mijn mond gegaan, en het zal niet terugkeren: dat tot Mij alle knie zal buigen en alle tong zal zweren. 24 Ja, in JAHWEH, zo zegt men tot Mij, zijn rechtvaardig-heden en sterkte. Tot Hem zal men komen; en zij zullen beschaamd staan allen, die tegen Hem ontstoken zijn. 25 In JAHWEH worden zij gerechtvaardigd, en het gehele zaad van Israël zal lofprijzen. 73
76 Online Touch Home