Allemaal, dat hele lichaam van Christus. Zowel de ontslapen gelovigen die te rusten zijn gelegd in de loop van de tijd – en dat zijn er natuurlijk nogal wat sinds de gemeente begonnen is – én de levenden die overblijven. Let op dat “gelijktijdig” en “tezamen met”; dat is één groep als geheel. We hadden het eerder over mensen die denken dat als zij overleden zijn, zij na drie dagen zullen opstaan en dan bij de Heer zullen komen. Nee, wij zullen gelijktijdig, tezamen met al die ontslapen gelovigen, veranderd worden en Hem ontmoeten in de lucht. Dat sluit gelijk zo’n gedachte uit van: een bepaalde groep die bepaalde waarheden moet kennen, want dat hoor je bij hen die dat voorstaan. In hun boeken lees je de voorwaarden. En waar is dan die genade gebleven? Zo leg je een voorwaarde op gelovigen en op grond waarvan? Moeten ze eerst aan de voorwaarden voldoen en dan pas …? Nee, het is een genademoment, dat schuift alle menselijke voorwaarden aan de kant. “Geldt niet voor ons allemaal het Schriftwoord: ‘Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, wat God bereid heeft voor degenen die Hem liefhebben’?” 1Cor.2:9 … Zij die Hem liefhebben zijn al de leden van het lichaam van Christus. En als we het hebben over “wat geen oog heeft gezien, al wat God bereid heeft …”, dan kan de één iets van die heerlijkheid smaken en de ander kan daar iets van proeven, en weer een ander heeft daar iets van tot zich kunnen nemen. Bij een aantal is het doorgedrongen en bij 29
26 Online Touch Home