54

Noten 1 A.E. Knoch – Shall we go through the Great Affliction? (Bron: Concordant Publishing Concern, USA, Unsearchable Riches 1931, p. 356 etc.) Vertaald en bewerkt door Alfred E. Dekker (1996) – Wie zullen worden opgenomen? 2 Twee groepen worden hier aangeduid aan de hand van het wel of niet hebben van het belangrijkste religieuze kenmerk voor de Jood: de besnijdenis. De niet-Joden, ook wel als “Grieken” aangeduid, worden dan als “voorhuid” aangesproken, elders ook wel “onbesnedenen”. “Maar daarentegen, toen zij zagen, dat aan mij het Evangelie der [= van de] voorhuid toebetrouwd was, gelijk aan Petrus dat der [van de] besnijdenis Gal.2:7 [SV1977] … gaven zij mij en Bárnabas de rechterhand der [van de] gemeenschap, opdat wij tot de heidenen, en zij tot de besnijdenis zouden gaan …” Gal.2:9b [SV1977] Concordante vertaling: “Maar integendeel, toen zij zagen dat mij het evangelie van de voorhuid toevertrouwd was, zoals aan Petrus dat van de besnijdenis (want Hij, Die in Petrus werkzaam is voor het apostelschap van de besnijdenis, is ook in mij werkzaam voor dat van de natiën) en toen zij de genade erkenden die mij gegeven is, gaven Jakobus en Kefas en Johannes, die geacht werden steunpilaren te zijn, mij en Barnabas de rechterhand van gemeenschap, opdat inderdaad wij voor de natiën, maar zij voor de besnijdenis zouden zijn …” 61

55 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication