0

WOORD, GELOOF EN BELEVING André Piet Stichting GoedBericht

Colofon Titel: Goed Bericht Derde jaargang, nr.1 – Woord, geloof en beleving © 2023 André Piet, goedbericht.nl Verschijningsdatum: februari 2023 Uitgever: Stichting GoedBericht, Rijnsburg Alle rechten voorbehouden Samenstelling & vormgeving: Evangelie Om Niet, evangelieomniet.nl In samenwerking met Ciska Drijver Foto cover © Hostgerlach via Canva ISSN 2772-7947 NUR 707

INHOUD INLEIDING 9 Bevinden 9 1. Het meest wezenlijke gaat voorop 11 Gevoelskwestie? 11 Woord 14 Geloof 15 Beleving 17 Dwaze conclusie 19 2. ‘Berouw hebben’ of bezinnen? 21 Berouw hebben 21 Metanoia 22 3. Alle vreugde en vrede in het geloven 25 Horen 25 Verlichting 26 Emotie 28 Epignosis 30 Besef 30 Orde en stabiliteit 32 Overvloeiende dankzegging 34 5

Bijbelteksten: werkvertaling op basis van Interlinear Scripture Analyzer (scripture4all.org), tenzij anders aangegeven. 6

“De God nu van de hoop, moge jullie vervullen van alle vreugde en vrede in het geloven, om jullie overvloedig te doen zijn in de hoop, in capaciteit van heilige geest.” Romeinen 15:13 7

INLEIDING Woord, geloof en beleving, een drietal begrippen. Waarbij het vooral gaat over de plaats van deze drie zaken. Wat vooral van belang is, is de plaats die met name ‘beleving’ en ‘geloof’ hebben ten opzichte van het Woord. Ik ga feitelijk toelichten waarom de volgorde in de titel correct is, zelfs van fundamenteel belang om daar gezond tegenaan te kijken. Het gaat dus over de plaats van ‘beleving’ of noem het gevoel. Ik zeg niet dat die begrippen onderling uitwisselbaar zijn, maar ze zijn toch min of meer synoniem. Of ervaring … Het heeft iets te maken met dat wat je subjectief kunt beleven, kunt voelen, kunt ervaren. Of, anders gezegd, bevinden. Bevinden Voor een bepaalde categorie mensen moet ‘bevinden’ toch wel een bekend woord zijn. ‘Bevinding’ is misschien een wat Oudnederlands woord – tenminste in de zin van zoals ik het nu gebruik – , maar voor een flink deel van ons Nederlandse volk is ‘bevinding’ een belangwekkend woord. Ik heb het over een groep mensen, waar ik zelf historisch gezien ook uit voortkom, namelijk de ‘bevindelijke hoek’. Daar spreekt men van “bevindelijke prediking”, waarbij dat woordje ‘bevinden’ alles te maken heeft met het beleven van de dingen. “Bevindelijke mensen”, zo worden ze ook genoemd. 9

Daarbij heb ik het over een onderscheid binnen de gereformeerde wereld van zogeheten ‘objectieven’ en ‘bevindelijken’. Het belang van het persoonlijk ondervinden van de dingen, kan sterk worden benadrukt, ik kom daar later nog op terug. Het is belangrijk dat, als je het daarover hebt, er nog een andere vraag wordt gesteld: het bevinden van wát dan wel? ‘Bevinden’ blijkt dan een woord te zijn, dat bedoelt aan te geven dat het niet alleen maar om objectieve dingen gaat – om wat je wéét en wat je kunt citeren – , maar wat je wérkelijk ook kunt of moet beleven of ervaren. 10

1. Het meest wezenlijke gaat voorop Als je naar synoniemen.nl gaat, dan krijg je woordgroepen te zien en hoe die begrippen met elkaar samenhangen. Sensatie, ontdekking, indruk, perceptie, ervaring: dat zijn allemaal begrippen die aan elkaar gekoppeld zijn en iets met elkaar te maken hebben. We leven in een tijd waarin beleving en gevoel – hoe je het dan ook benoemt en welk etiket je er dan ook op plakt – een enorme plaats hebben gekregen in het algemeen. In de wereld is het vooral voelen. Dat is waar het eigenlijk om gaat: emotie bóven ratio. En daar houdt deze hele kwestie ook verband mee. Gevoelskwestie? Laten we het nog wat breder bezien, voordat we naar de Bijbel zelf gaan. Het gaat over de relatie tussen aan de ene kant verstand en aan de andere kant gevoel; hoe die twee zich met elkaar verhouden. Menselijk gezien kan dat een heel harmonieuze verhouding zijn, waarin het elkaar in evenwicht houdt. Bijvoorbeeld wanneer het verstand, dat wat je weet, correspondeert, en in balans is met, dat wat je voelt. Bij mensen wordt het ‘voelen’ vaak in verband gebracht met het hart. Of dat helemaal correct is, dat weet ik niet. Het hart in de Bijbel is niet zozeer een verwijzing naar ‘het gevoel’, maar naar de binnenkant van de mens, inclusief zijn gevoel. 11

In de Bijbel overleg je dus ook met het hart; het denken houdt dus óók verband met het hart. Maar dat terzijde. De relatie tussen aan de ene kant verstand en aan de andere kant gevoel, kan trouwens ook wat moeizamer zijn. Dan is er eigenlijk niet zozeer verband, als wel een ‘doorgeknipte relatie’. Dat is trouwens iets waar veel mensen mee kampen. Je kan er zelfs mee naar de psychiater moeten, omdat op één of andere manier – dat is dus het grote probleem – dat wat je wéét (je brein, de kennis die je hebt) totaal niet matcht met je gevoel, met je beleving – dat daar dus eigenlijk een disconnectie is; ze sporen samen niet. Zo benoemen we dat ook vaak: ‘die spoort niet’. Dat kan heel problematisch zijn. Verstand en gevoel en dat ‘conflict’ in zekere zin, kennen we allemaal tot op zekere hoogte. Je kunt de mensheid in allerlei groepen onderverdelen. Bijvoorbeeld in ‘verstandsmensen’ en ‘gevoelsmensen’ met alle mogelijke varianten daar nog tussen. Maar in het algemeen zou je kunnen zeggen dat je mensen hebt die ‘rationeel zijn ingesteld’ en mensen die ‘emotioneel zijn ingesteld’, waarbij de beleving veel prominenter is. Het is zeker niet één op één hetzelfde en ik loop nu het gevaar mij te bezondigen aan een cliché, maar in het algemeen is de relatie ‘verstand-gevoel’ op één of andere manier toch wel gerelateerd aan ‘mannelijk-vrouwelijk’. Mannen – ik gaf al aan: het is een cliché – zijn over het algemeen rationeler ingesteld; zij denken wat meer in rechte lijnen met het 12

brein. Het vrouwelijke denken wordt meer beïnvloed door de emotie en gevoelens, mede ook door de hormonen die wellicht een rol spelen in de vrouwelijke cyclus … alleen nu begeef ik mij op glibberig terrein, waar ik mij ook maar gauw weer van verwijder. Dus ja, dat zijn allemaal van die factoren die daarmee verband houden. Trouwens, er is nog iets wat met deze kwestie verband houdt en dat zijn identiteitsvragen. Waarop baseer ik mijn identiteit; op verstand of op gevoel? Als je met de volgende vragen loopt: ‘Wie ben ik? Hoe bepaal ik dat en hoe definieer ik mijzelf?’ Baseer je dat op objectieve feiten of op subjectieve ervaringen? De laatste jaren met name, is dat heel actueel geworden in verband met allerlei genderkwesties van homoseksualiteit, maar ook met transseksualiteit. Dan is het bijvoorbeeld de vraag: ‘Wie ben ik nu eigenlijk? Ben ik mannelijk? Ben ik vrouwelijk?’ Vroeger was dat heel simpel, dat was namelijk een objectief gegeven en het stond op je geboortekaartje. Er was een zoontje geboren of een dochter, dat was de tweedeling en dat was dus objectief. Voordat jij ook maar enig benul had van jouw sekse, van je geslacht, je seksuele identiteit, stond het al lang vast en iedereen wist het. En jij kwam dan op een gegeven ogenblik ‘tot besef van die dingen’. Nu wordt dat heel anders en dat bedoelde ik zojuist eveneens aan te geven met dat vandaag de dag ‘het gevoel’ een veel grotere rol is gaan spelen. 13

Het is vooral een gevoelskwestie geworden; de seksuele identiteit wordt gedefinieerd door de vraag hoe je het beleeft, hoe je het voelt. Als je je mannelijk voelt, in een vrouwelijk lichaam, dan ben je dus eigenlijk mannelijk, want ‘zo voel je dat’, ‘zo beleef je dat’. Kortom: die beleving heeft een veel grotere plaats gekregen en is in hoge mate zelfs beslissend geworden. Woord Maar ik wil u nog met iets anders confronteren. De verhouding van: “Woord, geloof en beleving” komt ook terug in het beeld van een locomotief met twee wagonnetjes. Dat voorbeeld kreeg ik al ongeveer 40 jaar geleden onderwezen als zijnde “het belang van hoe je deze dingen een plaats geeft”. Dat wil zeggen: gevoel moet je niet wegredeneren, dat is van belang. Maar – en dat was altijd het grote punt – het heeft altijd ten opzichte van het Woord en geloof een plaats daarna. Dáár hebben we het over. Het gaat er dus niet om, dat gevoel en beleving ondergewaardeerd zouden moeten worden, maar je moet het wel op de juiste manier plaatsen. Als je dat niet doet, dan kan dat tot grote problemen leiden. Ik zal toelichten wat ik daarmee bedoel. Aan de ene kant die locomotief: dat is het feit. Objectief – of je dat nu ziet of weet of beleeft, staat er helemaal los van; het is een gegeven. Er zijn zoveel dingen die gewoon ‘een gegeven’ zijn, terwijl niemand ervan op de hoogte is, laat staan dat je het zou kunnen beléven. 14

Dan is een gegeven min of meer synoniem met een bericht. Een feit dat plaatsgevonden heeft, dat wordt vervolgens medegedeeld. Dat is een bericht. En dan hebben we ook nog zoiets als een Goed Bericht, bijvoorbeeld over de overwinning op de dood. Een historisch feit, dat 2000 jaar geleden heeft plaatsgevonden – objectief, geschiedkundig, historisch gedocumenteerd. Jezus Christus, de beloofde Messias, Hij is opgewekt uit de doden. De steen is weggerold, Hij stond op, dat is een feit. Of je dat nu weet of voelt (voor zover dat ‘te voelen’ valt), staat daar geheel los van. Een gegeven stáát, zoals een paal boven water. Dat is dus het Woord met een hoofdletter. De mededeling van Godswege; zo ís het. Dat is die ‘locomotief ’. Ik geloof dat we het inmiddels – juist ook door de plaats die tegenwoordig aan ‘beleving’ en ‘gevoel’ gegeven wordt – kwijt aan het raken zijn door de tijdgeest die daar helemaal van losgezongen is. Geloof Feit (het Woord) – dat is de ‘locomotief ’en staat voorop. Dan krijg je vervolgens, daar achteraan, geloof. Dat wil zeggen: het aanvaarden of de aanname van het Goede Bericht. Het begrip ‘geloof ’ wordt weleens helemaal gereserveerd voor dingen die je aanneemt in verband met God, maar – laten we wél wezen – het hele leven staat als het ware ‘stijf van geloof ’. 15

Ik bedoel: haast elke stap die je zet, kun je slechts doen op grond van geloof. Je gaat bijvoorbeeld op een stoel zitten met de aanname dat de poten het niet gaan begeven. Dat neem je aan, dat weet je niet. Of als je over een brug rijdt, dan doe je dat met de aanname dat die brug dat wel gaat houden. Dat is allemaal geloof. Hoe was het ook alweer? De ouderen kennen dat liedje … Volgens mij was dat “’t Schaep met de 5 Pooten”: “Als je mekaar niet meer vertrouwen kan, waar blijf je dan? Zo is het toch, meneer?” ‘Geloof ’ is de aanname van iets of iemand, maar feitelijk dus ook ‘je vertrouwen stellen op’. Dat kan dus, heel banaal, iets alledaags zijn: je draait het contactsleuteltje om en je gaat autorijden; dat doe je allemaal met niet één, maar met een heleboel aannames zelfs. Het feit dat jij je er niet van bewust bent, is wat anders, maar niettemin, die aannames heb je wel. Je veronderstelt dat allerlei dingen gaan gebeuren, gewoon omdat je daarop vertrouwt, maar dat moet nog blijken. Je vertrouwt erop. Dat is die aanname, dat is geloof. In feite is geloof dus niets unieks, dat doen we allemaal, iedereen. Zelfs degene die zegt: ‘Ik geloof niet’, die gelooft van alles. En degene die zegt: ‘Ik geloof niet dat er een God is’, die gelooft ook, namelijk: dat er geen God is. 16

Overigens, het geloof is in de Bijbel niet ‘iets waar je voor kiest’, maar God Die van iets of van Hemzelf overtuigt. Je kunt ook niet ‘op commando’ geloven. Ergens van overtuigd zijn of iemand vertrouwen kun je niet forceren. De Bijbel zegt dat ook: het is een gave (Ef.2:8). God overtuigt je. Vandaar ook dat wij zeggen: ‘Ik heb een overtuiging’, dat wil zeggen: je bent overtuigd. Het is een geweldige gave van God als je ogen opengaan voor zijn Woord. Het feit dat je mag zien, maar ook het feit dat je mag horen, is geen verdienste, dat doe je niet zelf, dat is een vermogen wat je hebt gekregen. Beleving Maar dan komt er nóg iets en dat is nummer drie. En daar hebben we het dan ook over in het bijzonder: de beleving of het gevoel, de ervaring van iets. Want ja, als je het bericht gelooft dat er één God is, Die alles een plaats geeft en alles in Zijn hand heeft … en als je Zijn Woord, dat dat feitelijk zo ís, vervolgens ook aanneemt … dan blijft het niet alleen bij geloof. Als iets dat voor kennisgeving is aangenomen. Nee, dan gaat dat zijn werk doen. Hoe staat dat in Romeinen 1:16? ‘Het Evangelie’, zegt Paulus, ‘dat beschaamt mij niet. Want het is een kracht Gods.’ Het Griekse woord wat hij daarvoor gebruikt, is dunamis. Dynamiet, Gods vermogen heeft zo’n enorme power! 17

Want op het moment dat je ogen daarvoor geopend worden en je dat aanneemt, gelooft, aanvaardt … dan heeft dat als effect, dat je daar blij om wordt. Als je gelooft dat alles uit ‘de oerknal’ komt, dan betekent dit dat het leven, en het hele bestaan, geen zin heeft; het is er wel, maar het heeft geen enkel doel. Dat betekent dat het bestaan ‘zinloos’ is en als dat een zinloos gevoel geeft, dan kun je daar dus depressief van worden. Want het heeft allemaal geen doel, geen bestemming, en dan is dat gevoel het logische gevolg van het geloof dat je hebt. Dan geloof je dat het bestaan geen zin heeft en het effect, de beleving ervan, is dat het depri en neerslachtig maakt; het gaat helemaal nergens over. Maar omgekeerd: als je gelooft dat die ene God Zijn Woord heeft gegeven … Dat Hij ons op de hoogte stelt … dat Hij vertelt hoe het ís … Dan geeft Hij ons daarmee zoveel kennis, inzicht, maar ook uitzicht, zodat je een geweldig perspectief hebt! Vergelijk het met een man die op de top van een berg staat. Die berg, dat is dat feit en daar staat hij op. En het feit dat hij daarop stáát, dat is het geloof. Je rust daarop, je vertrouwt daarop, ‘die berg houdt het wel’. Maar vervolgens, als je daarop staat, is dat zo adembenemend groot en indrukwekkend, dat je daar blij en klein van wordt … en al die emoties die dat met zich meebrengt, dát is beleving. • Dus je hebt het feit: Gods Woord van geest en leven. • Je hebt de aanname, je ‘staat erop’ – geloof. • En dan de beleving die dat met zich meebrengt: hoop, uitzicht. 18

Want dat is wat je hebt als je op de hoogte bent gesteld; dan heb je een enorm uitzicht en dat geeft vreugde. En dat geeft ook vrede. Als je weet dat alles een plaats krijgt en dat alles in Gods hand is en dat er nooit iets misgaat, dan geeft dat zo’n enorme vrede – die vrede gaat het verstand te boven. Je begrijpt het niet want jij bent God niet, maar Hij heeft alles in de hand. Hoe Hij dat in de hand heeft, dat weet ik niet en ik hoef het ook helemaal niet te weten. Ik hoef me niet te gaan verbeelden dat ik, als klein schepseltje, in een ‘vingerhoedje’ de hele oceaan kan krijgen … dat is een dwaas idee. Maar als je gelooft dat alles in Zijn hand ligt, dan krijg je de vrede van God. De vrede die Hijzelf heeft, maakt zich dan meester van jouw gedachten en gevoelens. Zo zegt Paulus dat ook: ‘De vrede van God, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden als in een vesting.’ Dat is allemaal beleving, maar het gevolg van geloof. Het begint bij het Woord en dan volgt daarop geloof en pas daarna komt de beleving. Dwaze conclusie Iets is niet een feit omdat jij het gelooft, of omdat je er zo blij mee bent. Veel mensen trekken deze dwaze conclusie. Trouwens, dat is tegenwoordig wat je nog wel eens hoort: ‘Het maakt eigenlijk helemaal geen bal uit wat je gelooft, als je maar 19

gelooft, als je er maar vast op vertrouwt.’ Dat is het dus óók niet. Het is niet zo van: als je nu maar vast in iets gelooft en daar helemaal van overtuigd en zeker van bent, dan maakt dát de dingen ‘waar’. Als je bibberend en shakend en bang over een solide brug gaat, dan is de beleving heel beroerd. Ook al heb je eigenlijk geen enkel vertrouwen in die brug, dat maakt niks uit, want omdat die brug solide is kom je echt wel aan de overkant. Die solide brug, dat is een feit. En het feit dat je dat (nog) niet als zodanig kunt beleven, doet daar helemaal niets aan af. Omgekeerd: wanneer je met een heel wankel plankje over een sloot gaat maar vast gelooft ‘dat dat wel gaat’ … dan kan toch blijken dat je er doorheen zakt. Met andere woorden: het feit dat je iets aanneemt – en daarbij ook een bepaalde beleving of gevoel hebt – , maakt iets niet tot een waarheid of een feit. Vandaar ook dat hele simpele beeld van die locomotief met twee wagonnetjes. Die ‘locomotief ’ is het meest wezenlijke en daar gaat het om. Het meest wezenlijke, Gods Woord, gaat voorop en dan krijg je geloof en de beleving is het gevolg daarvan. Die volgorde. 20

2. ‘Berouw hebben’ of bezinnen? In het algemeen is het zo dat men in de christelijke traditie zondebesef en berouw heel erg sterk benadrukt. Dat zie je ook in de vertalingen terugkomen, waar ik eerder naar verwees in verband met de bevindelijke kringen. En dan zegt men – ik heb het vele malen zo gehoord en gelezen – : “Een mens moet niet alleen maar wéten ‘een zondaar’ te zijn, maar dat ook werkelijk zo gaan bevinden.” Berouw hebben Je moet ontdekken dat je in- en inslecht bent; je ‘ellendestaat’. Dat is de terminologie vanuit die wereld dan; de staat van ellende waarin je je bevindt moet je niet alleen maar objectief erkennen, maar moet je diep beleven. Men legt dat ook als maatlat aan en men vraagt: ‘Ben jij al genoeg tot bevinding gekomen van jouw staat van ellende?’ Oftewel: heb je al genoeg besef van jouw schuld en heb je wel genoeg berouw? En zelfs dan ben er ook nog niet zomaar, want ook daar zijn gradaties in … In de vertaling is dat doorgesijpeld. Ik geef u één voorbeeld: Handelingen 26. Daar lees je over Paulus die voor Agrippa staat en dan zegt hij: 20 … maar ik heb eerst hun, die te Damascus waren, en te Jeruzalem en in het gehele Joodse land en de heidenen verkondigd, 21

dat zij met berouw zich zouden bekeren tot God en werken doen, met hun berouw in overeenstemming. [NBG51] Berouw, wat is dat? Dat gaat dieper dan alleen maar ‘het spijt hebben van …’. Het heeft in ieder geval sterk te maken met een gevoel van wroeging, besef van schuld. In vertalingen wordt aangegeven, dat Paulus dat zou hebben verteld. Hij zou aan de natiën en het hele Joodse land verteld hebben, dat zij zich ‘met berouw tot God zouden bekeren’. En berouw heeft heel sterk te maken met het besef van wat God is aangedaan en dat dit ook wordt gevoeld. Metanoia Nu is het aparte dat het woord dat Paulus hier gebruikt, heel dikwijls met ‘berouw’ wordt vertaald, maar ik zeg u: het is helemaal geen ‘gevoel’. Het woord ‘berouw’ suggereert dat het een beleving is, een diepe ervaring vooral ook. Maar wat blijkt? Het woord wat gebruikt wordt, heeft niet te maken ‘gevoel’. Integendeel zelfs, het heeft juist te maken met denken. Paulus gebruikt hier het Griekse woord metanoia. Dat meta- is een voorzetsel en betekent ‘om’. En -noia kennen we in een ander verband met andere voorzetsels, zoals bijvoorbeeld: ‘paranoia’. 22

‘Noia’ heeft te maken met het denken, de denkzin … dus in feite rationeel. Ik zeg niet dat het louter rationeel is, maar in ieder geval is metanoia niet een ‘gevoel van berouw of spijt’ of woorden van die strekking. Nee, metanoia wil zeggen: om-denken. Wat Paulus in het hele Joodse land en onder de natiën verkondigde, is niet dat ze zich ‘met berouw zouden bekeren’, maar dat ze zouden omdenken, dat ze zouden nadenken. Vandaar dat dit woord in de concordante vertaling1 is weergegeven met ‘bezinnen’. Bezinnen heeft te maken met het feit dat je dingen hoort, verneemt en ook gaat verwerken; daarover na gaat denken en de consequenties daarvan ook gaat bedenken en daarover peinst, dat is metanoia. Dus dat hele idee van ‘dat een mens zou moeten komen tot besef van zijn ellendestaat’ en dat vooral ‘diep zou moeten ondervinden’, vind je niet terug in de Schrift en kun je ook niet baseren op dit woord. Integendeel, metanoia is geen emotioneel woord, feitelijk is het een rationeel woord. Het heeft te maken met bezinning en met het vermogen dat wij hebben om dingen tot ons te nemen en te overwegen en daarover na te denken. __________________________________________________________ 1 Voor degenen die dat niet kennen, ik ben gewend om de interlineair erop na te slaan. De interlineair is een woord-voor-woord weergave vanuit het origineel waarop mijn werkvertaling is gebaseerd. Het is een nogal letterlijke vertaling. Op de website van Scripture4all.org is een Nederlandse interlineair te vinden, die als pdf kan worden gedownload voor bijvoorbeeld tablet of smartphone. Een volledige interlineair van zowel het Oude als het Nieuwe Testament. Meer informatie: https://www.scripture4all.org/ 23

3. Alle vreugde en vrede in het geloven Ik had een enorm ruime keuze uit teksten die allemaal tonen hoe belangrijk het is om het Woord – het Goede Bericht, het feit – als nummer één te onderkennen. Er zijn een aantal Schriftplaatsen die ik met je wil nalopen. Horen Romeinen 10 16 Maar niet allen geven gehoor aan het goede bericht. Want Jesaja zegt: Heer, wie gelooft wat hij van ons hoorde? Dus: het geloof is uit het horen en het horen door Christus’ uitspraak. Hier concludeert Paulus dus: het geloof is uit het horen en het horen is door Christus' uitspraak. Dit is zo’n Schriftplaats die heel duidelijk de relatie laat zien tussen het Woord dat voorop staat en het geloof dat daarop volgt. Hier staat het ook letterlijk: je hebt het bericht van God, Die ons iets te melden heeft, of – in dit geval – Christus, Die (via Paulus) dingen spreekt. In ieder geval: het Woord komt tot je, dat is een feit … en vervolgens wordt dat geloofd. Maar Paulus zegt ook: “niet allen geven gehoor”. Gehoor geven wil eigenlijk ook zeggen: je leent je oor eraan en dan komt het vervolgens in je hart. 25

Als je gelooft, dan stel je je vertrouwen daarop en daarom staat er ook in vers 17: “dus het geloof is uit het horen”. Het horen naar het bericht, het feit, dat is nummer één en daar begint het mee. Het geloof komt daaruit voort. Je kunt niet iets geloven als je het niet eerst hoort. Je moet het eerst horen, om het daadwerkelijk ook te kunnen omarmen en om daar ‘Amen’ op te zeggen. Er moet iets te beamen zijn. Geloof is uit het horen. Dat is niet zo spectaculair en ook niet moeilijk om te begrijpen. Sterker nog, het is eigenlijk heel lógisch. Toch vind ik het van belang om het te vertellen. Waarom? Omdat dit een ondergesneeuwde waarheid is. Vandaag de dag wordt het denken verziekt met ideeën alsof geloof zelf iets waar zou maken. Of dat beleving voorop zou staan. Maar dat is niet zo. Geloof en beleving is geweldig, maar het begint bij het horen van het Goede Bericht, het horen van het Woord dat God te melden heeft. Verlichting De volgende Schriftplaats: 2 Korinthe 4 6 … de God Die zegt: ‘Vanuit duisternis zal licht schijnen’, doet het schijnen in onze harten, 26

tot verlichting van de kennis, van de heerlijkheid van God, in Jezus Christus’ aangezicht. God zegt: ‘Vanuit duisternis zal licht schijnen.’ Eigenlijk begon dat al in Genesis 1: ‘er zij licht’. God spreekt en dat is ook altijd een daad. Als Hij iets zegt, dan gebeurt het. En als Hij iets voorzegt, dan zal dat ook gebeuren. Het begint dus met een feit: het Woord van God. En wat zegt God? Hij zegt dat licht zal schijnen. En waar gaat dat dan over? Dat gaat over de heerlijkheid van de ene God. Hoe kennen wij de heerlijkheid van God? Wel, die straalt in het aangezicht van Jezus Christus. God is de onzienlijke God, maar Hij maakt zich bekend via hem, dat is een feit. Maar geloof is, dat het in onze harten terechtkomt, dat onze ogen en oren ervoor geopend worden. Nu kom ik op iets anders, want dan blijkt ‘geloof ’ en ‘beleving’ wel aan elkaar gekoppeld te zijn. Want feitelijk, op het moment dat dit licht in mijn hart terecht komt, dan leidt dat ook tot verlichting. Men spreekt over een ‘aha-erlebnis’. Letterlijk: een aha-ervaring – een situatie waarin een persoon plotseling een nieuw inzicht verkrijgt. Dat kan, je kunt inderdaad, van het ene op het andere moment, ervaren dat de logica van iets zo indringend is, dat het meteen 27

recht in het hart komt. Zo’n ervaring kan geloof zijn, zodat ‘geloof ’ en ‘beleving’ dan in feite samenvallen. Het komt binnen en opeens is het helemaal duidelijk. We zeggen dan: ‘Toen viel het kwartje.’ Geweldig! Dan is het vertrouwen gewekt, maar het is tevens de beleving dat ineens de duisternis wijkt en dat het plotseling licht wordt. Dus je ziet de dingen ineens … en je ziet het ineens ook zitten. Dat is het mooie van verlichting: je gaat dingen zien, je krijgt zicht, je krijgt uitzicht, inzicht, doorzicht. Dat is allemaal dankzij verlichting. Dus verlichting is ook beleving, maar het kan ook gewoon iets puur rationeels zijn. Ik bedoel: je wordt midden in de nacht wakker en dan weet je: Hij ís er. Emotie Het woord ‘emotie’ vind ik heel frappant. En het lijkt me in dit verband nuttig om te onderstrepen. In het woord ‘emotie’ zit het woordje ‘motie’ en motion is beweging. Emotie heeft ook veel te maken met hoogte en diepte en het beleven van contrasten. Je hebt van die mensen die willen een heel ‘avontuurlijk leven’ maar dan wel ‘met behoud van uitkering’ om zo te zeggen … Dat bestaat echter niet, want voor een écht ‘avontuurlijk leven’ moet je risico’s nemen en uit de comfort zone stappen. 28

Je hebt mensen die het geweldig vinden om te bungeejumpen. Waarom? Nou, dan beleef je wat. Dat is ook weer beweging … en wat voor beweging! Dan ga je ‘van hoog naar laag’ en dat feitelijk allemaal in een paar seconden. Dat is beleving. Op een dergelijke wijze is ‘emotie’ ook voortdurend aan beweging onderhevig. Je hebt het wel eens, dat je denkt: dat gevoel zou ik willen vasthouden. Maar je kunt het niet ‘vastpakken’, dat bestaat niet. Gevoel kun je niet vasthouden, daar is het te beweeglijk voor. Dat is precies wat gevoel, of emotie, is. Het geweldige van iets wéten is dat het vast staat, het verandert niet. Ik bedoel: één en één is twee. Daar ‘voel’ ik niks bij, maar ik wéét het en dat is erg handig in veel opzichten. Dingen die je weet, zijn nooit veranderlijk, maar er zijn ook momenten dat je iets daadwerkelijk beleeft. In 2 Korinthe 4:6 wordt trouwens gesproken over de “verlichting van de kennis”. Dus dan zie je ook dat kennis een enorme impact kan hebben. Sterker nog, dat het elementair is voor verlichting. 29

Epignosis De derde Schriftplaats: Kolosse 2. Paulus spreekt daar over ‘erkenning’ of ‘besef ’. Andere vertalingen spreken over ‘de realisatie’ of ‘het realiseren van’, maar het Griekse woord is epignosis. Het voorzetsel: epi- betekent ‘op’. En -gnosis betekent ‘kennis’, ‘weten’. Dus epi-gnosis is ‘op-kennis’, ‘op-weten’. Je kunt bijvoorbeeld ook agnostisch zijn. Dat wil zeggen: dan weet je het niet. Epignosis is op-weten. Dat is een mooi woord, want je hebt dus aan de ene kant het wéten; die zekerheid, in feite heel rationeel, je wéét dat het zo is. En de beleving gaat daarbovenop, maar is er wel op gebaseerd. Besef Besef is echt gebaseerd op kennis, ook daarin zie je weer dat locomotiefje. Het idee is: je hebt het Woord en nu weet je het. En, op basis van die kennis, krijg je die beleving. Dat is dat besef. Paulus spreekt daarover in de Kolosse-brief. Hij is zelf nooit in Kolosse geweest, maar hij had vernomen van Epafras, een medewerker van hem, wat er allemaal aan de hand was. Paulus was buitengewoon verheugd, al zag hij ook donkere wolken daar. 30

En dan zegt hij: Kolosse 2 5 … en zie ik met vreugde de orde en stabiliteit van jullie geloof in Christus. 6 Zoals jullie dan Christus Jezus, de Heer, ontvingen, wandelt in Hem, geworteld zijn en opgebouwd wordend in Hem, en bevestigd wordend in het geloof zoals jullie werd onderwezen, overvloeiende in dankzegging. Laten we dat locomotiefje nog eens tevoorschijn halen en op deze passage toepassen. In de eerste plaats wordt er gesproken over Christus, Hij Die nu verborgen is. Het feit is, dat Hij is opgestaan en aan Gods rechter(hand) gezeten is. Hij is de Heer, daar wordt naar verwezen. En dan, aan het einde, staat er nog: “zoals jullie werd onderwezen”. Dat is dat Woord wat tot hen kwam; objectief, een feit. Maar daar blijft het niet bij. Want het wordt juist verteld opdat het aanvaard zou worden en dat is waar dat tweede dan over gaat. 31

Orde en stabiliteit Paulus spreekt over “hun geloof ” en het vertrouwen op Christus. Dat zij “Christus Jezus, de Heer, ontvingen”. En hij spreekt over “bevestigd worden in het geloof ”. Bevestiging is van belang zodat het nog vaster komt te staan. Dat is precies wat ik eerder aangaf over epignosis, op-kennis. Je hebt kennis en daarop is de beleving gebaseerd, in deze tekst is dat ook het geval. En dan kom ik bij het laatste, namelijk: de beleving. “Ik zie”, zo zegt Paulus dan van zichzelf, “met vreugde”. Vreugde lijkt mij echt een beleving. We zeggen wel eens dat we blij zijn met een wetenschap. Die wetenschap is een constante. Die blijdschap is geen constante; die is er soms wel en soms ook niet en dat is helemaal geen ramp. Want ik zei al: bepaalde emoties hebben op zeker moment de overhand en op andere tijden niet. Daar is niks mis mee. In dit tekstgedeelte zegt Paulus: “… ik zie met vreugde”, en dan: “de orde en de stabiliteit van jullie geloof in Christus”. Waaraan zou deze stabiliteit ontleend zijn? Niet aan emotie. Stabiliteit is nooit gebaseerd op iets wat beweegt. Stabiliteit is gebaseerd op iets wat juist niet beweegt! Vandaar ook dat Paulus spreekt over twee termen die duidelijk eveneens aangeven dat het Woord onbeweeglijk is. Hij spreekt over: “… geworteld zijn en opgebouwd wordend in Hem …” 32

Dat heeft niet alleen maar te maken met diepgang, maar ook met standvastigheid. Een boom of een plant wortelt, omdat die zich op één plaats bevindt. Zo kan er ook diepgang ontstaan. Juist die stabiliteit is daarvoor noodzakelijk, de onbeweeglijkheid: een vaststaand feit. Daarin word je geworteld en vervolgens ook opgebouwd, dat is weer een ander beeld. ‘Geworteld’ is een agrarisch beeld en ‘opgebouwd’ is een bouwkundige term. Maar ook hier geldt: iets wordt gebouwd op een fundament. Is een fundament beweeglijk? Ik hoop het niet, want dan kan er niets op gebouwd worden. Je kunt alleen maar bouwen op iets wat niet beweegt. Dus is emotie mooi? Het is geweldig; emotie, beleving, prachtig! Maar je kunt er niets op baseren. Dat is het geweldige van het Woord: daar kun je wérkelijk op bouwen en dan kun je diepgang krijgen. Dat kan alleen maar, omdat het zo stabiel is. In het Woord word je geworteld om er vervolgens op gebouwd te worden. Zo wordt het solide en daarin word je vervolgens ook bevestigd. Bevestigd wil zeggen: het staat vast. Het is dus onbeweeglijk en dat komt in je leven dan alleen maar vaster te staan. “… weest standvastig, onwankelbaar …”, dat is het slot van 1 Korinthe 15. Letterlijk: “wees gevestigd, onverzettelijk”. 33

Overvloeiende dankzegging Als laatste staat er na “het geloof zoals jullie werd onderwezen” dan vervolgens het effect daarvan: “overvloeiende in dankzegging”. Dat geloof dat onderwezen wordt, dat gaat over een feit. Eén op één komt dat tot je. Maar juist het gegeven dat het één op één tot je komt en je het zó aanvaart en aanneemt, maakt dat je overvloeiend wordt in dankzegging. Omdat je wéét dat het wáár is en dat je het ontvangen hebt, maakt het je erkentelijk en dankbaar. En als er iets is wat vreugde bewerkstelligt, dan is dat God de dank toebrengen die Hem toekomt! Dankbaar ben je altijd jegens iemand die jou zomaar, om niet, iets geeft. Maar het is hier zelfs overvloeiende dankzegging, dat heeft te maken met het feit dat je zovéél krijgt. ‘Overvloeiende genade’ roept vervolgens ‘overvloeiende dankzegging’ op. ‘Dankbaarheid’ is iets in het hart en dat het ‘overvloeiend’ is, wil zeggen: de mond loopt ervan over. Dat is de beleving die dat geeft; het vervuld zijn van vrede en vreugde, op zodanige wijze dat het ervan overloopt, zodat een ander daar ook nog in kan delen, want dat is wat ‘overvloeiend’ toch is? Je loopt ervan over, zo geweldig, zo groot! Dat is een beleving die je iedereen gúnt. 34

Romeinen 15 13 De God nu van de hoop, moge jullie vervullen van alle vreugde en vrede in het geloven, om jullie overvloedig te doen zijn in de hoop, in capaciteit van heilige geest. Dat is het mooiste wat er is! Dit waren zo een aantal Schriftplaatsen, waarin het belang van de volgorde van “Woord, geloof en beleving” onderstreept wordt. Ik denk dat we er verstandig aan doen, om dat ter harte te nemen. 35

Bron: Piet, A. (2020). Woord, geloof en beleving. GoedBericht, https://goedbericht.nl/lezingen/woord-geloof-beleving/ 36

goedbericht.nl GoedBericht wijst op de ene GOD, Die alles beschikt en bij Wie nooit iets misgaat. Zij wijst op Jezus Christus als Redder der wereld. Jazeker, van alle mensen! Omdat GOD nooit laat varen de werken van Zijn handen. Uitgangspunt is de Bijbelse boodschap zoals Paulus dit als “apostel en leermeester van de natiën” heeft mogen bekendmaken. GoedBericht wil uitsluitend wijzen op wat “er staat geschreven”. Want “de Schrift” bewijst én verklaart zichzelf. goedbericht.nl In samenwerking met: Stichting Evangelie Om Niet Het Evangelie spreekt van de ene God, Die OM NIET alle mensen redt, verzoent, levend maakt en rechtvaardigt! Gratis online boeken lezen, delen en downloaden (publicaties zijn ook als uitgave op papier verkrijgbaar) evangelieomniet.nl 37

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
Home


You need flash player to view this online publication