103

1 Korinthe 5:6 – een beetje zuur Jullie roem deugt niet. Weten jullie niet dat een klein beetje zuurdeeg heel het deeg doorzuurt? Al diverse keren had Paulus opgemerkt dat de Korintiërs “opgeblazen” waren. 1Kor.4:6,18,19; 1Kor.5:2 Die associatie klinkt ook in deze verzen door. Want opblazen is precies wat zuurdeeg met deeg doet. Het doet het deeg rijzen waardoor het luchtig wordt. Zuurdeeg of gist is een stukje deeg van de vorige dag. Vandaar ook dat we van ‘gist-eren’ spreken. Zuurdeeg heeft het begrip ‘zuur’ in zich, dat staat voor bederf en vergankelijkheid. Gezuurd etenswaar is bederfelijk. Zuurdeeg is een type van de oude schepping waarin zonde en dood heersen. De Korintiërs beroemden zich op de wereld. De wereld van gisteren, die voorbijgaat, ondanks alle bluf. Maar dat is zuurdeeg. Het zuurdeeg dat Paulus opmerkt bij de Korintiërs, was niet de man in hun midden die het hield met de vrouw van zijn vader. Nee, het was hun roem over hun morele tolerantie, waarin ze zich kampioen waanden in de wereld. 1Kor.5:1,2 Zulke gerichtheid op het oude (gisteren) doorzuurt alles en vreet alles aan. Het geeft ook zure gezichten en zure verhoudingen. Zuurdeeg staat haaks op het leven in de opgewekte Christus: nieuw en onvergankelijk! 111

104 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication