115

1 Korinthe 6:4,5 – adeldom verplicht Als jullie dan rechtszaken hebben voor de dingen van het leven, laten jullie diegenen zitting nemen die geminacht zijn in de ekklesia? Ik zeg het zo om jullie in verlegenheid te brengen. Is er bij jullie geen enkele wijze die recht kan spreken te midden van zijn broeders? Beslissend voor gelovigen in Christus Jezus is niet de vraag of iets geoorloofd is. Later in dit hoofdstuk zal Paulus dat nog veel duidelijker maken. Maar een kwestie als rechtszaken tussen gelovigen is voor Paulus bizar. Hij doelt niet op strafrecht maar op wat wij ‘privaat recht’ noemen: rechtspraak over onderlinge conflicten. Waarom geen wijs man in de geloofsgemeenschap raadplegen die vertrouwen geniet en in staat is te bemiddelen in het geschil? Dat is de koninklijke weg en niet het aankloppen bij een wereldlijke rechter. Met een wereldlijke rechtbank op zich is niets mis. Maar in vergelijking met waartoe de ekklesia is geroepen, stelt het volstrekt niets voor. Is het daarom geen blamage wanneer gelovigen met een onderling geschil daar naartoe gaan? De kracht van deze logica dringt alleen door wanneer je beseft waartoe de ekklesia is geroepen. Tot heerschappij over de wereld en zelfs over engelen! Puur adeldom … en ja, dat verplicht. 125

116 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication