266

1 Korinthe 12:14-17 – alles is uniek Want ook het lichaam is niet één lid maar vele. Indien de voet zou zeggen: aangezien ik geen hand ben, maak ik geen deel uit van het lichaam; maakt hij daarom geen deel uit van het lichaam? En indien het oor zou zeggen: omdat ik geen oog ben, maak ik geen deel uit van het lichaam; maakt het daarom geen deel uit van het lichaam? Indien het lichaam geheel oog was, waar is het gehoor? Indien het geheel gehoor was, waar is de reuk? Met een paar retorische vragen maakt Paulus zijn punt helder dat ook in een menselijk lichaam, eenheid slechts bestaat bij de gratie van diversiteit. Zou er enkel een hand of een voet of een oor of een oog zijn, dan is dat niet eens een lichaam. Daar komt bij dat waarde van de één niet kan worden beoordeeld op basis van de kwaliteiten van de ander. Een oog is niet minder vanwege het onvermogen om te horen of te ruiken. Een oog kan niet horen, maar hoeft dat ook niet. Want een oog is gemaakt om te zien, zoals een oor gemaakt om te horen. Enzovoort. Kortom, God geeft alle leden (en delen) een unieke kwaliteit. 285

267 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication