330

1 Korinthe 15:5 – daarna door de twaalf (2) En hij werd gezien door Kefas, daarna door de twaalf … “De twaalf” (maar met slechts tien aanwezigen) waren in de avond van een turbulente dag bij elkaar. De zware en verzegelde steen voor het graf was sinds de vroege ochtend afgewenteld. Het graf was leeg, behoudens de windsels en de opgerolde zweetdoek. De Romeinse wacht voor het graf was door de Joodse leidslieden ingehuurd om te vertellen dat de discipelen Jezus’ lichaam zouden hebben gestolen. Werden ze wellicht gezocht en hebben ze daarom de deuren afgesloten? En dan waren er nog allerlei meldingen dat de levende Jezus zich zou hebben getoond die dag. Zelfs aan één van hen, Petrus. Wat moest men van dit alles denken? En dan plotseling staat Jezus in hun midden. Een mengeling van ongeloof, ontsteltenis maar ook vreugde maakt zich van hen meester. En terwijl Jezus hen ‘sjaloom’ aanzegt, toont hij hun zijn doorboorde zijde, handen en voeten. Nu geen wonden meer, maar littekenen. Jezus nodigt hen uit hem te betasten. En als aanvullend bewijs eet hij een moot gebakken vis voor hun ogen. En dan opent hij voor hen de Schriften dat hij op de derde dag moest opstaan. Hoe onweerlegbaar overtuigend kan iets zijn?! 353

331 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication