338

1 Korinthe 15:9,10 – door Gods genade ben ik wat ik ben … ik ben niet toereikend een apostel genoemd te worden, omdat ik de ekklesia van God heb vervolgd. Maar door Gods genade ben ik wat ik ben … De levende Christus is “laatst van allen” ook aan Paulus verschenen. Zijn ‘vooropleiding’ als apostel bestond daaruit dat hij de vervolger van de ekklesia van God was. Meer dan wie ook van zijn tijdgenoten, had hij daarin naam gemaakt. Als briljant student en een rijzende ster in het Jodendom, Gal.1:13 trad hij op als een gewelddadige extremist tegen “de sekte van de Nazareners”. Als er één niet in aanmerking kwam om apostel van Christus te zijn, dan was het wel deze Saulus van Tarsus. Zijn verleden had hem compleet gediskwalificeerd. Het feit echter dat Christus wel aan deze Saulus verscheen en hem zelfs tot apostel maakte, kan daarom maar aan één reden worden toegeschreven: Gods genade. Dat maakte Paulus tot de man die hij was. Niet dankzij maar ondanks zijn verleden. Saulus’ religie, zijn opleiding en zijn temperament hadden hem een ultieme vijand van Christus gemaakt. Maar uitgerekend dat maakte hem geschikt om een demonstratiemodel te worden van Gods genade. Een wandelend monument van wat GOD vermag. Geen tegenstand zo hardnekkig, of Gods genade overtreft het! 361

339 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication