66

1 Korinthe 3:8,9 – Gods medewerkers Degene nu die plant en die begiet zijn één. Een ieder nu zal zijn eigen loon ontvangen, naar zijn eigen moeite. Want Góds medewerkers zijn wij, Góds akker en bouwwerk zijn jullie. Het is God die in elk stadium de groei geeft. In dat perspectief doet de planter wezenlijk niet anders dan de begieter. Beiden zijn instrumenten in de hand van God, Die doet groeien. En beiden ontvangen loon voor wat ze doen. De één merkt op dat de aanplant wortel schiet en de begieter stelt even dankbaar vast dat de groei vordert. Dat is het loon van hun arbeid. Paulus bedoelt in vers 9 niet te zeggen dat hij en Apollos met God samenwerken. Nee, wat hij zegt is dat hij en Apollos met elkaar samenwerken en zó Gods werk doen. De één mag dan planten en de ander begieten, maar beiden worden ingezet door God, Die de wasdom geeft. In vers 9 gaat het ook niet om de tegenstelling tussen “wij” en “jullie”. Het gaat juist om de overeenkomst. Zoals Paulus en Apollos Gods medewerkers zijn, zo zijn de Korintiërs Gods akker en Zijn bouwwerk. Alle arbeid en ook de ekklesia zelf, is geheel GODS werk. En dus ook Zijn eer! 72

67 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication