73

Jeugdzorg 2017 - 2019 Afspraken met Rijk en gemeenten Minder werkdruk en meer werkplezier leiden tot een betere kwaliteit van zorg. Met de afspraken in de cao en in organisaties nemen werkgevers en werknemers hun verantwoordelijkheid voor het aanpakken van de werkdruk. Maar werkgevers en werknemers zijn niet alleen verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg. Ook het Rijk en Gemeenten hebben hierin hun verantwoordelijkheid. Zij zijn kaderstellend in het beleid en de financiering. De toenemende werkdruk is niet alleen een gevolg van veranderingen en onzekerheid. De steeds krapper wordende financiële kaders en strakke aanbestedingstrajecten zorgen ervoor dat er in organisaties geen ruimte meer is voor investeringen in professionalisering en innovatie. Een “race to the bottom” dreigt, waarbij tarieven zo laag worden dat de kwaliteit van de zorg eronder lijdt. Werknemers en werkgevers willen goede zorg leveren; daarbij hoort een fair tarief. Om de afspraken van cao-partijen te kunnen laten slagen, is daarom ook betrokkenheid van VWS en Gemeenten nodig. Cao-partijen zullen de komende periode gezamenlijk optrekken richting Rijk en VNG om de werkdrukproblematiek onder de aandacht te brengen. Cao-partijen zullen Rijk en VNG vragen bij te dragen aan het aanpakken van de werkdruk in de Jeugdzorg. Cao-partijen zullen pleiten voor behoud van kwaliteit en ruimte voor doorontwikkeling en innovatie, bijvoorbeeld door meerjarige flexibele financieringsafspraken en/of door nieuwe vormen van opdrachtverstrekking waarbinnen meer rekening gehouden wordt met het onderscheid tussen structurele taken en incidentele piekbelasting en door het toepassen van jaarlijkse indexering. 3 Werkingssfeer / heroriëntatie op de cao Jeugdzorg Grenzen tussen branches vervagen, samenwerkingen tussen organisaties uit verschillende branches komen steeds meer tot stand. In het brede domein Jeugd is een aantal richtingen te zien. Op dit moment is het nog moeilijk te duiden hoe deze ontwikkelingen op termijn leiden tot veranderingen in het domein Jeugd en of dit aanpassingen in de cao vergt. Gedurende de looptijd van deze cao blijft de werkingssfeer en de heroriëntatie op de cao Jeugdzorg daarom een aandachtspunt. Partijen blijven hierover gedurende de looptijd van deze cao met elkaar in gesprek. 4 Arbeidsovereenkomsten voor (on)bepaalde tijd In het cao-akkoord 2015-2016 hebben cao-partijen afspraken gemaakt over de aard van de arbeidsovereenkomsten in de Jeugdzorg. Als algemeen uitgangspunt hebben cao-partijen met elkaar benoemd dat werk in de Jeugdzorg wordt verricht door werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd vanuit het oogpunt van werkzekerheid, continuïteit en kwaliteit. Dit uitgangspunt staat nog steeds overeind. Uit de monitor (21 november 2016) blijkt dat 77% van de werkenden in de Jeugdzorg werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Uit deze monitor blijkt ook dat in nog maar weinig organisaties de OR/PVT en de werkgever afspraken hebben gemaakt over de verhouding tussen arbeidsovereenkomsten voor bepaalde en onbepaalde tijd. Cao-partijen zullen hun afspraken uit 2015-2016 nog een keer onder de aandacht brengen bij werkgevers, OR-en en PVT-en. Daarbij zullen zij benadrukken dat het aandeel flexibele arbeidsrelaties gezien het gekozen uitgangspunt, zeker niet toe zou moeten nemen. Eind 2017 zullen cao-partijen opnieuw een monitor uitvoeren en onderzoeken of het aandeel flexibele arbeidsrelatie groter of kleiner is geworden of gelijk is gebleven. Bij de analyse van de 73 van 108

74 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication