75

Jeugdzorg 2017 - 2019 6 Persoonlijke ontwikkeling Het opleidingsbudget in de cao bedraagt 1,5% van de loonsom van de organisatie. Dit budget wordt besteed aan professionele ontwikkeling, functiescholing en persoonlijke ontwikkeling. Werknemers willen graag meer zeggenschap over het budget dat besteed wordt aan persoonlijke ontwikkeling zodat zij meer verantwoordelijkheid en regie kunnen nemen bij het invullen van hun persoonlijke ontwikkeling. Partijen kijken verschillend naar de mogelijkheden om binnen het opleidingsbudget recht te doen aan zowel de professionele ontwikkeling, functiescholing en persoonlijke ontwikkeling, van alle werknemers. Cao-partijen willen graag zicht krijgen op de huidige praktijk binnen organisaties. Op welke manieren wordt handen en voeten gegeven aan alle onderdelen binnen het opleidingsbeleid? Wat zijn goede voorbeelden, wat zijn knelpunten? Welke innovatieve vormen zijn daarin te onderkennen? Hoe wordt samengewerkt met andere werkgevers of andere partijen? Hoe combineer je dit met het versterken van de eigen regie van werknemers? Wat kunnen we leren van andere sectoren? Cao-partijen volgen de praktijk binnen de organisaties nadrukkelijk. Als uit het verzamelde materiaal en de analyse blijkt dat er weinig of geen aandacht of ruimte is voor het ondersteunen van persoonlijke ontwikkeling, dan bekijken cao-partijen wat nodig is om te bereiken dat er een goede balans komt tussen de inzet van het opleidingsbudget voor professionele ontwikkeling, functiescholing en persoonlijke ontwikkeling. 7 Mogelijke morele en ethische dilemma’s bij belangentegenstellingen Als gevolg van de transformatie zijn er andere manieren van werken en nieuwe samenwerkingsvormen ontstaan in de jeugdhulp en jeugdbescherming. Binnen de gegeven (financiële) kaders gaat de autonome professional in samenspraak met de jeugdige en het gezin en in overleg met ketenpartners op zoek naar passende hulp. In de samenwerking met ketenpartners leidt dit soms tot belangentegenstellingen waarbij ethische en morele dillema’s kunnen spelen waarin de professional een integere en zorgvuldige afweging moet maken. In aanvulling op de aandacht die binnen de Jeugdzorg nu al structureel wordt gegeven aan reflectie, willen cao-partijen brede reflectiebijeenkomsten van professionals op regionaal niveau en over de grenzen van de eigen organisatie heen, stimuleren en faciliteren. Cao-partijen willen hier cao-tafels in aanpalende branches (Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, Gehandicaptenzorg, Geestelijke Gezondheidszorg) bij betrekken. Belangrijk is dat daarbij ook de aansluiting wordt gezocht bij het Programma Professionalisering Jeugdhulp en Jeugdbescherming en de eisen voor beroepsregistratie die binnen dit programma zijn ontwikkeld. 8 A Overige onderwerpen Over tuchtrecht in het kader van het Kwaliteitsregister Jeugd In een tuchtrechtzaak staat het professioneel, beroepsmatig handelen van de professional ter discussie. Vakinhoudelijke ondersteuning en bijstand kan dan waardevoller en nuttiger zijn dan juridische bijstand. Toch vragen werknemers vaak ook bij een tuchtrechtzaak om juridische bijstand. Dit wordt mede veroorzaakt door de juridische benadering van de Tuchtcommissie. Cao-partijen vinden deze ‘juridisering’ onwenselijk. Niet de vraag of juridisch juist is gehandeld maar de vraag of beroepsmatig juist is gehandeld en beroepsmatige keuzes goed zijn onderbouwd, zou centraal moeten staan in een tuchtrechtzaak. Zodoende kan via deze weg het professioneel en beroepsmatig handelen van de professional en de hele beroepsgroep worden verbeterd. Cao-partijen zijn en gaan hierover in gesprek met de beroepsverenigingen en het Kwaliteitsregister Jeugd om te onderzoeken welke manieren er zijn om de huidige praktijk te ‘ontjuridiseren’ en juist meer aan te sluiten bij de bedoelingen die bij het opzetten van het register werden beoogd. 75 van 108

76 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication