36

Joost Hoogerbrugge “floot” zich over teleurstelling heen Hans Visser Joost Hoogerbrugge “floot” zich over teleurstelling heen Eén van die jonge, getalenteerde en enthousiaste scheidsrechters, afkomstig uit de “scheidsrechterspool” van SIVEO ‘60, is Joost Hoogerbrugge. Door o.a. zijn Oom Rinus is hij aangespoord en gestimuleerd te gaan fluiten. En - voor de broodnodige bagage – óók om de KNVB-cursus Basis Opleiding Scheidsrechters te gaan volgen. Hij fluit reeds vanaf zijn 16e jaar. Begon natuurlijk bij de pupillen “te oefenen”. Omdat hij zelf ook nog voetbalde, maakte hij pas op zijn 25e de overstap naar de senioren. Eerst wedstrijden bij eigen club en is sinds vier jaar officieel KNVB arbiter. Tekst Hans Visser Hij is nu 32 jaar, getrouwd en een trotse vader van een zoon. Op de vraag, of vrouw en kind er geen problemen mee hebben, dat hij relatief veel tijd steekt in zijn hobby, antwoordt hij ontkennend: “Daar heeft de familie geen problemen mee, ondanks dat ik niet alleen in het weekend, maar ook met regelmaat op door de weekse avonden weg ben voor trainingen bij de Scheidsrechtervereniging Gouda, waar ik lid van ben. De KNVB wil graag, dat je bij blijft in kennis en conditie. Op de dinsdagavond bij de conditietrainingen, ben ik nog vaak de jongste deelnemer van het lokale scheidsrechterskorps”. Kluspunten Hij vervolgt: “Ik ben nu al voor een aantal seizoenen KNVB scheidsrechter, na in 2007 de B.O.S- opleiding met goed gevolg te hebben doorlopen. Ik heb de cursus in 7 avonden in Hillesluis, naast de Kuip in Rotterdam, als ronduit goed ervaren! Het Theorie-examen en praktijkgedeelte met twee stagewedstrijden, heb ik met veel plezier doorlopen en was toen vol goede moed om het seizoen 2007/2008 te beginnen”. Twee stagewedstrijden met een praktijkbegeleider, markeerde het einde van het praktische gedeelte van de opleiding. Hij legt uit: “Je krijgt tijdens de stagewedstrijden te horen wat je goed doet en wat je beter zou kunnen doen. De zogenaamde kluspunten. Ik vond dit zeer leerzaam. Je doet ook maar wat, dat je denkt wat goed is. Het is dus prima om van een begeleider te vernemen, hoe je in het veld overkomt en wat je zou kunnen verbeteren”. Ambities onder druk Hij vervolgt: “In mijn eerste seizoen 2007-2008 zou ik het eerste half jaar in de zogenaamde Startersgroep fluiten. Dat zijn wedstrijden in de Reserve 3e en 4e klas. Het houdt in, dat je als beginneling praktijkbegeleiding krijgt. Maar dàt bleek een illusie! Het oorspronkelijke halve jaar werd een héél jaar Startersgroep. In dat jaar heb ik zeker 10 minuten begeleiding gehad”, zegt hij met licht sarcastische ondertoon. “Dat viel tegen en was voor mij een teleurstelling. Spelers in de Reserve 3e en 4e klas zijn veelal oud eerste elftalspelers. Door de wol geverfd. Ze dagen je uit, tarten je etc, etc en proberen je verbaal te pakken. Ik moest oppassen niet overlopen te worden. Als je niet oplet wordt het één grote bende in het veld en loopt alles uit de hand”. Hij laat nog niet het achterste van z’n tong zien, maar op de vraag of het nog erger kon, zet hij zijn schroom opzij en vertelt: “Na de seizoensstart in augustus 2007, ging het de eerste maanden wel lekker met het fluiten. Slechts 1 rapporteur heb ik gezien, een praktijkbegeleider dus nooit. Na de jaarwisseling 2008, ging het minder met me en in de wedstrijd WDS 2- Zevenhoven 2 heel erg goed mis! WDS 2 bestond uit ouderen en die provoceerden er lustig op los. De jongeren van Zevenhoven tuinden er met open ogen in. Het liep uit op een massale vechtpartij. Ik staakte tijdelijk de wedstrijd om de gemoederen tot bedaren te brengen. Eén speler werd door zijn trainer uit voorzorgsmaatregel uit ‘t veld gehaald, een tweede werd er door mij uitgestuurd. Dus Zevenhoven ging bij de hervatting van de wedstrijd met 9 man verder. Alle 20 waren daarna poeslief, dat wel. Zonder problemen heb ik kunnen uitfluiten en het werd nog een gelijk spel ook”. Geknauwd zelfvertrouwen met positieve draai Nu lijkt het allemaal op zijn pootjes terechtgekomen, maar…….: “Ik had het veel korter moeten houden”, vervolgt hij, de hand in eigen boezem stekend. “Ik heb uiteraard hierover rapport opgemaakt en kwam al schrijvende tot de ontdekking, dat mijn zelfvertrouwen een fikse knauw had gekregen. De week daarop moest ik in Rotterdam naar het eerste elftal van DHZ. In diverse opstootjes liep het allemaal maar net goed af. Ik stond gewoon niet sterk in de schoenen en dat voelen die gasten. Dan maken ze daar misbruik van en bij voorkeur gehakt van je. Om over provocaties van het publiek nog maar te zwijgen. Want die bemoeien zich er natuurlijk ook mee. De wedstrijd daarop heeft een praktijkbegeleider mij die10 minuten begeleid. En dat dan, achteraf gezien, in een heel seizoen. Uiteindelijk zijn er in het seizoen 2007/2008 drie rapporten gekomen en 10 minuten praktijkbegeleiding. Vanuit de scheidsrechtersvereniging heb ik daarentegen het eerste jaar gelukkig wèl begeleiding gehad. Leo van der Wand, een oud rapporteur, is op mijn eigen verzoek een paar keer met me mee geweest en heeft me waardevolle adviezen gegeven, waar ik nu veel baat bij heb. Hij heeft mijn wedstrijdinstelling een positieve draai gegeven. Gedoe op het veld? Dan 36 VoetbalTotaal | November 2010

37 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication